ECLI:NL:RVS:2008:BD3580

Raad van State

Datum uitspraak
11 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200706117/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • J.M. Boll
  • C.W. Mouton
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunningverlening voor las- en constructiebedrijf in Halderberge en niet-ontvankelijkheid beroep

Op 3 juli 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Halderberge een vergunning aan Weldax B.V. voor het oprichten en in werking hebben van een las- en constructiebedrijf aan de Bovenstraat 51 te Hoeven. Dit besluit werd op 26 juli 2007 ter inzage gelegd. Tegen deze vergunning hebben appellanten beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden van het beroep op 27 augustus en 21 september 2007 zijn ingediend. Tijdens de zitting op 22 mei 2008 waren de appellanten aanwezig, bijgestaan door hun advocaat, en het college werd vertegenwoordigd door twee ambtenaren.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat op 1 januari 2008 het Activiteitenbesluit in werking trad, waardoor voor de vergunde activiteiten geen vergunning meer vereist was. Dit leidde tot de conclusie dat de verleende vergunning vervallen was, aangezien deze niet vóór 1 januari 2008 onherroepelijk was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat appellanten geen belang meer hadden bij de beoordeling van het bestreden besluit, wat resulteerde in de niet-ontvankelijkheid van het beroep.

De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak de beslissing nam dat het beroep niet-ontvankelijk was. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 juni 2008.

Uitspraak

200706117/1.
Datum uitspraak: 11 juni 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten], beiden wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Halderberge,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Halderberge (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Weldax B.V. een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een las- en constructiebedrijf aan de Bovenstraat 51 te Hoeven. Dit besluit is op 26 juli 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 augustus 2007, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 september 2007.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 mei 2008, waar [appellanten], in persoon en bijgestaan door mr. J.J.J. de Rooij, advocaat te Tilburg, en het college, vertegenwoordigd door ing. R. Vliex en drs. J.A. Keij, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) en de daarmee samenhangende wijziging van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in werking getreden.
In verband met deze wetswijziging is - zoals door het college en [appellanten] ter zitting is bevestigd - voor de bij het bestreden besluit vergunde activiteiten geen vergunning meer vereist. Daarom is de bij dat besluit verleende vergunning vervallen.
Ingevolge artikel 6.1 van het Activiteitenbesluit worden voorschriften die zijn verbonden aan een vóór 1 januari 2008 krachtens de Wet milieubeheer verleende vergunning, die vóór die datum in werking en onherroepelijk was, onder omstandigheden als maatwerkvoorschriften aangemerkt. Omdat de bij het bestreden besluit verleende vergunning niet vóór 1 januari 2008 onherroepelijk was, zijn er geen voorschriften die worden aangemerkt als maatwerkvoorschriften.
Niet is gebleken dat [appellanten] niettemin belang hebben bij de beoordeling van het bestreden besluit.
2.2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. J.M. Boll en mr. C.W. Mouton, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van der Zijpp
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 juni 2008
262-529.