ECLI:NL:RVS:2008:BD3614

Raad van State

Datum uitspraak
11 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200707015/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • B. van Wagtendonk
  • P.J.J. van Buuren
  • P.A. Offers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam inzake bouwvergunning en vrijstelling voor woningbouw in Wijdemeren

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep van een wederpartij tegen de verlening van een bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren gegrond werd verklaard. Het college had op 13 januari 2005 vrijstelling en een bouwvergunning verleend aan [appellante sub 1] voor het bouwen van een woning op een specifiek perceel in Wijdemeren. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd dat er geen privaatrechtelijke belemmeringen waren voor de verlening van de vrijstelling.

De hoger beroepen zijn ingesteld door zowel [appellante sub 1] als het college, beide op 2 oktober 2007. Tijdens de zitting op 24 april 2008 zijn de partijen vertegenwoordigd door hun advocaten. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank in haar uitspraak niet correct heeft gehandeld door niet expliciet te vermelden dat het besluit van 31 mei 2005 werd vernietigd. Dit gebrek in de uitspraak van de rechtbank leidde tot de conclusie dat de hoger beroepen gegrond zijn.

De Afdeling heeft vastgesteld dat het bouwplan inmiddels in overeenstemming is met het in werking getreden bestemmingsplan, waardoor er geen vrijstelling meer nodig is. Dit betekent dat de wederpartij geen belang meer heeft bij de beoordeling van de vrijstelling en bouwvergunning. De Afdeling verklaart het beroep van de wederpartij niet-ontvankelijk en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200707015/1.
Datum uitspraak: 11 juni 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op de hoger beroepen van:
1. [appellante sub 1], gevestigd te [plaats],
2. het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren,
appellanten,
tegen de uitspraak in zaak nr. 05/3578 van de rechtbank Amsterdam van 17 augustus 2007 in het geding tussen:
[wederpartij]
en
het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren.
1. Procesverloop
Bij besluit van 13 januari 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren (hierna: het college) vrijstelling en bouwvergunning verleend aan [appellante sub 1] voor het bouwen van een woning op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Bij besluit van 31 mei 2005 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 17 augustus 2007, verzonden op 22 augustus 2007, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellante sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 oktober 2007, en het college bij brief, eveneens bij de Raad van State ingekomen op 2 oktober 2007, hoger beroep ingesteld. [appellante sub 1] heeft haar hoger beroep aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 7 november 2007.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 april 2008, waar [appellante sub 1], vertegenwoordigd door mr. S. Levelt, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.P. Boot, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar gehoord [wederpartij], bijgestaan door mr. J.C. Schaap.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) vernietigt de rechtbank het bestreden besluit geheel of gedeeltelijk, indien zij het beroep gegrond verklaart.
2.2. In de aangevallen uitspraak is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat het standpunt van het college, dat geen sprake is van een privaatrechtelijke belemmering, zodat de vrijstelling in redelijkheid verleend kon worden, onvoldoende is gemotiveerd. In verband hiermee heeft de rechtbank het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard. In het dictum van de uitspraak is evenwel niet tot uitdrukking gebracht dat het besluit van 31 mei 2005 wordt vernietigd. Derhalve heeft de rechtbank gehandeld in strijd met artikel 8:72, eerste lid, van de Awb. Reeds hierom kan de aangevallen uitspraak niet in stand blijven.
2.3. De hoger beroepen zijn gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd.
2.4. [wederpartij] betoogt in beroep dat privaatrechtelijke belemmeringen aan de verlening van vrijstelling en bouwvergunning in de weg staan.
2.5. Bij besluit van 22 maart 2007 heeft de gemeenteraad van Wijdemeren het bestemmingsplan "Kern Nieuw-Loosdrecht" vastgesteld. Het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland heeft bij besluit van 13 november 2007 beslist omtrent de goedkeuring van dat plan en het plan, wat het perceel betreft, goedgekeurd. Vaststaat dat tegen het goedkeuringsbesluit, zover het dit perceel betreft, geen rechtsmiddelen zijn aangewend en het bestemmingsplan in zoverre in werking is getreden. Evenmin zijn door [wederpartij] feiten en omstandigheden gesteld die mogelijkerwijs nog tot vernietiging van het goedkeuringsbesluit kunnen leiden.
Ter zitting is komen vast te staan dat het bouwplan in overeenstemming is met het inmiddels in werking getreden bestemmingsplan. Thans is voor het bouwplan geen vrijstelling meer vereist. Dit brengt mee dat [wederpartij] geen belang meer heeft bij beoordeling van de vraag of het college in redelijkheid vrijstelling heeft kunnen verlenen voor het bouwplan en terecht daarvoor bouwvergunning heeft verleend. De Afdeling zal dan ook, doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, het beroep van [wederpartij] niet-ontvankelijk verklaren.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de hoger beroepen gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 augustus 2007 in zaak nr. 05/3578;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. B. van Wagtendonk, voorzitter, en mr. P.J.J. van Buuren en mr. P.A. Offers, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Wagtendonk w.g. Soede
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 juni 2008
270-552.