ECLI:NL:RVS:2008:BD5066
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- A.M.E.A. Neuwahl
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Almelo
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo. De rechtbank had op 28 juni 2007 het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk verklaard en op 1 oktober 2007 het verzet tegen deze uitspraak eveneens niet-ontvankelijk verklaard. De minister van Verkeer en Waterstaat had op 13 september 2006 een bestuurlijke boete van € 9.240,00 opgelegd aan [appellante]. Na het ongegrond verklaren van het bezwaar door de minister, heeft [appellante] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak behandeld op 13 mei 2008.
De Afdeling overweegt dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank niet vatbaar is voor hoger beroep, zoals bepaald in artikel 8:55, vijfde lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit verbod kan alleen worden doorbroken in geval van een duidelijke en ernstige schending van fundamentele rechtsbeginselen. [appellante] betoogt dat zij ten onrechte niet is gehoord op haar verzet, omdat zij geen uitnodiging heeft ontvangen. De rechtbank had echter wel een uitnodiging gestuurd, die retour kwam wegens onbestelbaarheid. De Afdeling oordeelt dat de omstandigheid dat [appellante] de uitnodiging niet heeft ontvangen voor haar rekening en risico komt.
Aangezien er geen aanleiding is om het verbod op hoger beroep te doorbreken, verklaart de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 18 juni 2008.