ECLI:NL:RVS:2008:BD5364
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.P.J.M. van Grinsven
- Rechtspraak.nl
Vergunningverlening voor de bouw van een vergistingsinstallatie door het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant
Op 29 februari 2008 verleende het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan Suiker Unie Dinteloord een vergunning voor het veranderen van een inrichting aan de Noordzeedijk 113 te Dinteloord, specifiek voor de bouw van een vergistingsinstallatie. Dit besluit werd op 10 maart 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben de verzoekers op 16 april 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 7 juni 2008 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekers, het college en de vergunninghoudster aanwezig waren. De vergunninghoudster heeft aangegeven dat de bouw van de vergistingsinstallatie niet eerder dan medio 2009 zal beginnen, wat door het college en de vergunninghoudster werd aangevoerd als argument tegen de spoedeisendheid van het verzoek om voorlopige voorziening.
De verzoekers stelden belang te hebben bij een inhoudelijk oordeel van de voorzitter, omdat dit oordeel invloed kan hebben op de beslissing over de verlening van de bouwvergunning, die op grond van de Woningwet wordt aangehouden totdat er een uitspraak is gedaan. De voorzitter oordeelde echter dat er geen spoedeisend belang bestond bij het treffen van een voorlopige voorziening, gezien de toezegging van de vergunninghoudster en de verwachting dat er vóór de aanvang van de bouw een uitspraak zal zijn gedaan op het beroep van de verzoekers. De voorzitter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en gaf aan dat indien de bouw toch zou beginnen voordat er een uitspraak is gedaan, de verzoekers de mogelijkheid hebben om een nieuw verzoek in te dienen.
De beslissing werd op 19 juni 2008 in het openbaar uitgesproken, waarbij de voorzitter en de ambtenaar van Staat aanwezig waren.