ECLI:NL:RVS:2008:BD5366
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.J. Hoekstra
- S.H. Nienhuis
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor veestapelverandering in Natura 2000 gebied Brabantse Wal
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening van de stichting Brabantse Milieufederatie en anderen tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Op 14 maart 2008 verleende het college een vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 aan een vergunninghouder voor het veranderen van de veestapel in het Natura 2000 gebied Brabantse Wal. De Brabantse Milieufederatie en anderen maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 juni 2008, waar de Brabantse Milieufederatie werd vertegenwoordigd door H.C. Gerringa en het college door M. Uittenbosch.
De Brabantse Milieufederatie betoogde dat het college ten onrechte geen passende beoordeling had verricht en dat de effecten van ammoniak op het Vogelrichtlijngebied Brabantse Wal niet in overweging waren genomen. Ook werd aangevoerd dat de vergunning ten onrechte voor onbepaalde tijd was verleend. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat het bedrijf al jaren ter plaatse is gevestigd en dat de aangevraagde situatie niet verschilde van de eerder vergunde situatie. Gezien deze omstandigheden en de betrokken belangen, zag de voorzitter onvoldoende reden om een voorlopige voorziening te treffen.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 20 juni 2008 door de voorzitter R.J. Hoekstra, in tegenwoordigheid van ambtenaar van Staat S.H. Nienhuis.