ECLI:NL:RVS:2008:BD6078
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- M.W.L. Simons-Vinckx
- G.N. Roes
- Rechtspraak.nl
Vergunningverlening voor koffiebranderij en niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak gaat het om de vergunningverlening door het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer voor het oprichten en in werking hebben van een koffiebranderij. Het college heeft op 21 augustus 2007 een vergunning verleend aan [vergunninghouder], welke op 23 augustus 2007 ter inzage is gelegd. Tegen deze vergunning hebben [appellanten] op 1 oktober 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden van het beroep op 1 november 2007 zijn aangevuld. Tijdens de zitting op 24 juni 2008 zijn de appellanten vertegenwoordigd door mr. L. Lancée en een deskundige, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. ing. E. de Vilder en G. Ritstier. Ook de vergunninghouder was aanwezig, vertegenwoordigd door mr. I.F.M. Kwint en een deskundige.
De Raad van State heeft overwogen dat op 1 januari 2008 het Activiteitenbesluit in werking is getreden, waardoor voor de vergunde activiteiten geen vergunning meer vereist is. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de verleende vergunning is vervallen, omdat deze vóór 1 januari 2008 niet onherroepelijk was. De Raad van State heeft vastgesteld dat [appellanten] geen belang meer hebben bij de beoordeling van het bestreden besluit, wat heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2008.