ECLI:NL:RVS:2008:BD6086

Raad van State

Datum uitspraak
27 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200803709/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • K. Brink
  • L.A.M. van Hamond
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake vergunning voor verhuur van machines en opslag van bestratingsmateriaal

Op 18 april 2008 verleende het college van burgemeester en wethouders van De Wolden een vergunning aan [vergunninghouder] voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor de verhuur van machines en de opslag van bestratingsmateriaal en grond op het adres [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 24 april 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [verzoeker] op 23 mei 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 23 juni 2008 ter zitting behandeld, waar zowel [verzoeker] als het college vertegenwoordigd waren.

In de overwegingen van de voorzitter werd opgemerkt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. [Verzoeker] stelde dat er in strijd met de vergunning zou worden gehandeld, maar deze beroepsgrond had geen betrekking op de rechtmatigheid van de vergunning zelf en kon daarom niet slagen. De Algemene wet bestuursrecht biedt mogelijkheden voor het afdwingen van de naleving van de vergunning, wat ook werd benadrukt in de uitspraak.

Uiteindelijk besloot de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 27 juni 2008.

Uitspraak

200803709/2.
Datum uitspraak: 27 juni 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats], gemeente De Wolden,
en
het college van burgemeester en wethouders van De Wolden,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 april 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden (hierna: het college) aan [vergunninghouder] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor de verhuur van machines en de opslag van bestratingsmateriaal en grond op het adres [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 24 april 2008 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 mei 2008, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 mei 2008, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 juni 2008, waar [verzoeker], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door drs. K.F. de Ruijter-Thijssen en J. Grit-Henriët, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het betoog van [verzoeker] komt erop neer dat in strijd met de vergunning zal worden gehandeld. Deze beroepsgrond heeft geen betrekking op de rechtmatigheid van de ter beoordeling staande vergunning en kan om die reden niet slagen. De Algemene wet bestuursrecht voorziet overigens in de mogelijkheid tot het treffen van maatregelen die strekken tot het afdwingen van de naleving van de vergunning.
2.3. Gelet op het bovenstaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L.A.M. van Hamond, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Van Hamond
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2008
446.