ECLI:NL:RVS:2008:BD6711

Raad van State

Datum uitspraak
9 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200707448/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • P. Lodder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor recreatiewoningen aan de Ossenkampweg te Hellendoorn

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Heetkamp en anderen tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, die op 17 september 2007 het beroep tegen de bouwvergunning voor acht recreatiewoningen aan de Ossenkampweg te Hellendoorn ongegrond verklaarde. Het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn had op 15 december 2005 bouwvergunning verleend aan Tadema Project B.V. voor de bouw van deze woningen. Heetkamp en anderen maakten bezwaar tegen deze vergunning, maar het college verklaarde dit bezwaar op 4 april 2006 ongegrond. Hierop volgde het beroep bij de rechtbank, die de beslissing van het college bevestigde.

Heetkamp en anderen stelden dat de rechtbank had miskend dat de bouwvergunning ten onrechte was verleend, omdat het bestemmingsplan onvoldoende bescherming bood voor flora en fauna op het perceel. De rechtbank oordeelde echter dat er geen van de weigeringsgronden uit de Woningwet van toepassing was en dat het uitwerkingsplan als toetsingskader kon dienen. In hoger beroep herhaalden Heetkamp en anderen hun bezwaren, maar de Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht geen grond vond voor het oordeel dat de bouwvergunning onterecht was verleend.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 9 juli 2008.

Uitspraak

200707448/1.
Datum uitspraak: 9 juli 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. 06/618 van de rechtbank Almelo van 17 september 2007 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 december 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn (hierna: het college) bouwvergunning aan Tadema Project B.V. (hierna: Tadema B.V.) verleend voor het bouwen van acht recreatiewoningen op een perceel aan de Ossenkampweg te Hellendoorn (hierna: het perceel).
Bij besluit van 4 april 2006 heeft het college het daartegen door appellanten (hierna: Heetkamp en anderen) gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 17 september 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het daartegen door Heetkamp en anderen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben Heetkamp en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 oktober 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 14 november 2007.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Tadema B.V., die in de gelegenheid is gesteld als partij aan het geding deel te nemen, heeft een reactie ingediend. Deze is aan de andere partijen toegezonden.
Heetkamp en anderen hebben nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 juni 2008, waar van [appellanten], en het college, vertegenwoordigd door G.H. Toonk, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting Tadema B.V., vertegenwoordigd door mr. I. van der Meer, advocaat te Leeuwarden, als belanghebbende gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Heetkamp en anderen betogen tevergeefs dat de rechtbank heeft miskend dat het college de bouwvergunning ten onrechte heeft verleend. De rechtbank heeft terecht overwogen dat zich geen van de in artikel 44 van de Woningwet genoemde weigeringsgronden voordoet, hetgeen door Heetkamp en anderen niet wordt bestreden. De gronden die Heetkamp en anderen in hoger beroep aanvoeren zijn uitsluitend gericht tegen het ontbreken in het bestemmingsplan van de door hen noodzakelijke geachte bescherming van flora en fauna op het perceel. Hierin kan echter geen grond worden gevonden voor het oordeel dat het geldende uitwerkingsplan niet als toetsingskader kan dienen.
2.2. Voorts heeft de rechtbank in de overige gronden die Heetkamp en anderen in beroep hebben aangevoerd en in hoger beroep hebben herhaald terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat de bouwvergunning ten onrechte is verleend. Evenmin biedt het gegeven dat de vergunning, nadat deze ten onrechte aan de architect van Tadema B.V. was verleend, alsnog op naam van Tadema B.V. is gesteld grond voor dat oordeel.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Lodder
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 juli 2008
17-560.