200708140/1.
Datum uitspraak: 16 juli 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ardo B.V., gevestigd te Zundert,
appellante,
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
Bij besluit van 24 augustus 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: verweerder) op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Zundert hogere grenswaarden als bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder vastgesteld voor een aantal aan de Wildertsedijk 4 te Zundert geprojecteerde woningen.
Tegen dit besluit heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ardo B.V. (hierna: Ardo B.V.) bij brief, bij verweerder ingekomen op 9 oktober 2007, bezwaar gemaakt. Verweerder heeft het bezwaarschrift met toepassing van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht doorgezonden aan de Afdeling. Ardo B.V. heeft voorts bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 november 2007, een beroepschrift ingediend.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft een nader stuk ingediend. Dit is aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 juli 2008. Ardo B.V. en verweerder zijn, met kennisgeving, niet ter zitting verschenen. Ter zitting zijn het college van burgemeester en wethouders van Zundert, vertegenwoordigd door A.M.C. Coppens-Timmermans, werkzaam bij de gemeente, en [partij], vertegenwoordigd door E. Kieboom, gehoord.
2.1. Ingevolge artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht dient degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep op een administratieve rechter in te stellen, alvorens beroep in te stellen tegen dat besluit bezwaar te maken, tenzij het besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4.
2.2. De Afdeling overweegt dat het besluit van 24 augustus 2007, anders dan Ardo B.V. meent, niet is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De door Ardo B.V. gestelde omstandigheid dat het college van burgemeester en wethouders van Zundert bij de voorbereiding van het verzoek om vaststelling van hogere grenswaarden toepassing heeft gegeven aan afdeling 3.4, leidt niet tot het oordeel dat het op dat verzoek door verweerder genomen besluit is voorbereid met toepassing van die afdeling. Vaststaat dat verweerder niet, alvorens het besluit van 24 augustus 2007 te nemen, een ontwerp daarvan ter inzage heeft gelegd en de mogelijkheid heeft geboden om over dat ontwerp zienswijzen naar voren te brengen.
2.3. Gezien het voorgaande voldoet het besluit van 24 augustus 2007 niet aan artikel 7:1, eerste lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht. Evenmin voldoet dit besluit aan artikel 7:1, eerste lid, onder a, b of c van de Algemene wet bestuursrecht. Verder heeft Ardo B.V. in haar bezwaarschrift niet verzocht om aan artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht toepassing te geven. Tegen het besluit van 24 augustus 2007 staat dan ook geen beroep open, maar kan slechts bezwaar worden gemaakt. Verweerder heeft het tegen dit besluit ingediende bezwaarschrift ten onrechte aan de Afdeling doorgezonden.
2.4. Het beroep is niet-ontvankelijk. De Afdeling zal het door verweerder aan haar gezonden bezwaarschrift, samen met het op 21 november 2007 door Ardo B.V. bij de Afdeling ingediende beroepschrift, aan verweerder zenden ter behandeling als bezwaarschrift.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.P.J.M. van Grinsven, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van Grinsven
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2008