ECLI:NL:RVS:2008:BD8877
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt
- K.J.M. Mortelmans
- P. van Dijk
- M. Vlasblom
- M.G.J. Parkins-de Vin
- W.H. Tulmans
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van een staatsraad in bestuursrechtelijke zaken
In deze uitspraak van de Raad van State, gedateerd op 21 juli 2008, werd het verzoek om verschoning behandeld van staatsraad mr. K.J.M. Mortelmans in de zaken met de nummers 200705874/1 en 200707566/1. De zittingen vonden plaats op 30 juni 2008, waar een Meervoudige Kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak, onder leiding van voorzitter mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, de zaken behandelde. Tijdens de zitting deed staatsraad Mortelmans het verzoek om zich te mogen verschonen, wat aanleiding gaf tot een nadere beoordeling van de situatie.
De Afdeling bestuursrechtspraak overwoog dat op grond van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) rechters zich kunnen verschonen op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. In dit geval was er een mogelijke samenhang tussen de juridische vragen die aan de orde waren in het advies van de Raad van State en de vragen in het onderhavige geschil. Dit advies was uitgebracht door de Raad van State, waar Mortelmans ten tijde van het advies als staatsraad was benoemd.
De Afdeling concludeerde dat er een verband bestond tussen het advies en de lopende procedure, wat de schijn van vooringenomenheid zou kunnen oproepen. Om deze reden werd het verzoek om verschoning toegewezen, zowel in de zaak met nummer 200707566/1 als in de zaak met nummer 200705874/1. De beslissing werd genomen in naam der Koningin, waarbij de voorzitter mr. P. van Dijk en de leden mr. M. Vlasblom en mr. M.G.J. Parkins-de Vin aanwezig waren, samen met ambtenaar van Staat mr. W.H. Tulmans.