ECLI:NL:RVS:2008:BD9392
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- R.I.Y. Lap
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd door college van burgemeester en wethouders van Weert
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 29 juli 2008 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [verzoeker] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Weert, dat op 28 november 2006 een last onder dwangsom had opgelegd aan [vergunninghoudster]. Deze last was opgelegd wegens het in strijd met de vergunning laten plaatsvinden van vervoersbewegingen van vracht- of personenwagens in de nachtperiode naar de inrichting aan de [locatie] te [plaats].
Het college had op 6 februari 2008 het bezwaar van [vergunninghoudster] gegrond verklaard en het eerdere besluit herroepen, omdat er volgens hen concreet zicht op legalisatie bestond. [verzoeker] was het hier niet mee eens en stelde dat er nog geen positief ontwerp-besluit ter inzage was gelegd, waardoor er geen concreet zicht op legalisatie zou zijn. Hij uitte ook zijn zorgen over de vergunbaarheid van de nachtelijke verkeersbewegingen, gezien de akoestische situatie van het gebied.
De voorzitter overwoog dat het college bevoegd was om handhavend op te treden, maar dat dit niet altijd noodzakelijk is als er uitzicht op legalisatie bestaat. De voorzitter concludeerde dat er op dat moment inderdaad sprake was van concreet zicht op legalisatie, aangezien er een ontvankelijke vergunningaanvraag was ingediend en het college had aangekondigd dat er op 12 augustus 2008 een ontwerp-besluit zou worden genomen.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de belangen van het college en de noodzaak tot handhaving zwaarder wogen dan de bezwaren van [verzoeker]. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.