ECLI:NL:RVS:2008:BE9258
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.Ph.J.A.M. Hennekens
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van revisievergunning voor agrarisch bedrijf met vleesvarkens
Bij besluit van 27 november 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders [naam persoon] de revisievergunning voor een agrarisch bedrijf met vleesvarkens aan de [locatie] te [plaats] ingetrokken. Dit besluit is op 27 december 2007 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [appellant] op 25 januari 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden van het beroep zijn aangevuld op 19 februari 2008. Het college heeft een verweerschrift ingediend en [appellant] heeft een nader stuk ingediend, dat aan de andere partijen is toegezonden. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer, die de zaak op 25 juli 2008 ter zitting heeft behandeld. Hierin is [appellant] in persoon verschenen, terwijl het college vertegenwoordigd was door C.M.M. Huijbregts, werkzaam bij de gemeente.
In de overwegingen van de uitspraak wordt ingegaan op de vraag of [appellant] als belanghebbende kan worden aangemerkt. Volgens artikel 20.1 van de Wet milieubeheer kan een belanghebbende tegen een besluit op grond van deze wet beroep instellen. Artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht definieert een belanghebbende als degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. [appellant] is voormalig eigenaar en drijver van de inrichting en heeft het bedrijf in 1997 gekocht van [naam persoon]. Hij heeft het bedrijf enkele jaren geleden verkocht aan de huidige drijver, [huidige eigenaar], die om intrekking van de vergunning heeft verzocht. [appellant] stelt dat de ammoniakrechten deels nog in eigendom zijn van [naam persoon], en dat deze toestemming moet geven voor de intrekking van de vergunning.
De Afdeling oordeelt dat indien het besluit tot intrekking van de vergunning de belangen van [appellant] raakt, dit zijn grondslag vindt in de contractuele verhouding tussen [appellant] en [naam persoon]. Dit betekent dat het belang van [appellant] niet rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken, waardoor hij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Het beroep wordt derhalve niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 27 augustus 2008.