ECLI:NL:RVS:2008:BF0316

Raad van State

Datum uitspraak
10 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800095/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Lubberdink
  • P.A. Offers
  • T.M.A. Claessens
  • R. van Heusden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning en vrijstelling voor medisch centrum en appartementen in Diepenheim

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, die op 21 november 2007 de beroepen van appellanten tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente ongegrond heeft verklaard. Het college had op 22 november 2006 vrijstelling en een bouwvergunning verleend aan Spectrum Wonen Lochem voor de oprichting van een medisch centrum en elf appartementen in Diepenheim. Appellanten maakten bezwaar tegen deze besluiten, maar het college verklaarde deze bezwaren ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarop appellanten in hoger beroep gingen.

Tijdens de zitting op 12 augustus 2008 werd het hoger beroep behandeld. Appellanten voerden aan dat de rechtbank niet had ingegaan op hun stelling dat de welstandscommissie niet bevoegd was om over het bouwplan te adviseren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde echter dat dit punt niet door hen kon worden beoordeeld, omdat het college zich hier niet op had kunnen voorbereiden. Daarnaast herhaalden appellanten in hoger beroep hun eerdere argumenten zonder nieuwe gronden aan te voeren.

De Afdeling oordeelde dat de rechtbank de beroepen terecht ongegrond had verklaard en bevestigde de uitspraak. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 10 september 2008.

Uitspraak

200800095/1.
Datum uitspraak: 10 september 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaken nrs. 07/582, 07/589 en 07/598 van de rechtbank Almelo van 21 november 2007 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 november 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente (hierna: het college) aan Spectrum Wonen Lochem (hierna: Spectrum Wonen) vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een medisch centrum op het perceel Looiersplantsoen 1 te Diepenheim en van elf appartementen op het perceel Goorseweg 1-01 tot en met 1-11 te Diepenheim.
Bij afzonderlijke besluiten van 17 april 2007 heeft het college de daartegen door [appellanten] gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 21 november 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) de daartegen door [appellanten] en [belanghebbende] ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 januari 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 14 januari 2008.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 augustus 2008, waar [appellanten] en het college, vertegenwoordigd door mr. P. Braamhaar, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord Spectrum Wonen, vertegenwoordigd door [adjunct-directeur], bijgestaan door mr. D.M. de Bruin, advocaat te Doorn.
2. Overwegingen
2.1. Eerst ter zitting bij de Afdeling hebben [appellanten] betoogd dat de rechtbank ten onrechte niet is ingegaan op de door hen ter zitting van de rechtbank aangevoerde stelling dat niet is gebleken dat de welstandscommissie bevoegd was te adviseren over het bouwplan. Nu het college niet in staat is geweest zich hierop voor te bereiden en daarom zich redelijkerwijs niet daartegen kon verweren, wordt hetgeen [appellanten] aldus hebben aangevoerd uit een oogpunt van goede procesorde buiten beschouwing gelaten. Anders dan [appellanten] stellen, betreft dit geen punt dat door de Afdeling ambtshalve dient te worden beoordeeld.
2.2. Voor het overige herhalen [appellanten] in hoger beroep wat zij bij de rechtbank hebben aangevoerd, zonder daarbij argumenten aan te dragen waarom naar hun oordeel de uitspraak van de rechtbank onjuist zou zijn. Gelet hierop en nu de rechtbank de beroepen terecht en op goede gronden ongegrond heeft verklaard, wordt met dit oordeel volstaan.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. T.M.A. Claessens, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. van Heusden, ambtenaar van Staat.
w.g. Lubberdink w.g. Van Heusden
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 10 september 2008
313-530.