ECLI:NL:RVS:2008:BF0964
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.G. Drupsteen
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Weigering intrekking lasten onder dwangsom varkenshouderij zonder vergunning
In deze zaak heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant op 26 juli 2007 een verzoek van [appellante] om intrekking van opgelegde lasten onder dwangsom afgewezen. Dit besluit werd later op 12 februari 2008 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond verklaard, waarbij het college het eerdere besluit handhaafde. [Appellante] heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden van het beroep zijn aangevuld. De zaak is behandeld op 22 augustus 2008, waar [appellante] werd vertegenwoordigd door ing. J.A.W. van den Borne en mr. J. van Groningen, en het college door mr. S. de Groot en A.W. Adriaansen.
De lasten onder dwangsom waren opgelegd vanwege het zonder vergunning drijven van een varkenshouderij. [Appellante] betoogde dat er ten tijde van het besluit van het college uitzicht was op legalisatie van de overtreding, omdat er een aanvraag voor een vergunning was ingediend. Het college stelde echter dat er geen concreet uitzicht op legalisatie bestond, aangezien er een aanhoudingsbesluit gold en de aanvraag moest worden aangehouden in afwachting van een gemeentelijke verordening.
De Raad van State oordeelde dat het college terecht had gehandhaafd, omdat er geen definitieve norm was vastgesteld voor de beoordeling van de geuremissie en de aanvraag moest worden aangehouden. Het beroep van [appellante] werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 17 september 2008.