ECLI:NL:RVS:2008:BF1023

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800770/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
  • M.P.J.M. van Grinsven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen lasten onder dwangsom opgelegd voor varkenshouderij zonder vergunning

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Heensehoeve B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, dat op 3 november 2006 twee lasten onder dwangsom heeft opgelegd. Deze lasten waren opgelegd omdat De Heensehoeve B.V. zonder vergunning op grond van de Wet milieubeheer een varkenshouderij dreef aan de Heensedijk 16b te De Heen. Het college heeft op 6 maart 2007 beslist op het bezwaar van De Heensehoeve B.V. tegen dit besluit, maar dit besluit werd op 5 december 2007 door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd voor zover het de begunstigingstermijnen betreft. Het college werd opgedragen om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen.

Op 18 december 2007 heeft het college een nieuw besluit genomen met betrekking tot de begunstigingstermijnen. Tegen dit besluit heeft De Heensehoeve B.V. op 28 januari 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 22 augustus 2008 heeft De Heensehoeve B.V. haar standpunten toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat de begunstigingstermijnen ten onrechte niet werden herroepen en dat er op dat moment uitzicht op legalisatie bestond. De Heensehoeve B.V. stelde ook dat er geen overtreding meer was, aangezien de varkenshouderij niet meer in werking was.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat het college in het besluit van 18 december 2007 enkel opnieuw hoefde te beslissen over de begunstigingstermijnen. De herroeping van deze termijnen had geen rechtsgevolg, en het beroep van De Heensehoeve B.V. kon niet leiden tot vernietiging van het besluit. De Afdeling concludeerde dat het college niet gehouden was tot een verdergaande heroverweging van de opgelegde lasten onder dwangsom, en dat het beroep ongegrond was. De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200800770/1.
Datum uitspraak: 17 september 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Heensehoeve B.V., gevestigd te Reusel, gemeente Reusel-De Mierden,
appellante,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 november 2006 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Heensehoeve B.V. (hierna: De Heensehoeve B.V.) twee lasten onder dwangsom opgelegd vanwege het zonder vergunning op grond van de Wet milieubeheer drijven van een varkenshouderij aan de Heensedijk 16b te De Heen.
Bij besluit van 6 maart 2007 heeft het college beslist op het door De Heensehoeve B.V. tegen dit besluit gemaakte bezwaar.
Bij uitspraak van de Afdeling van 5 december 2007 in zaak nr.
200702615/1is het besluit van 6 maart 2007 vernietigd voor zover het de in dit besluit gestelde begunstigingstermijnen betreft en is het college opgedragen om binnen vier weken na de verzending van de uitspraak met inachtneming daarvan een nieuw besluit te nemen op het bezwaar en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.
Bij besluit van 18 december 2007 heeft het college een nieuwe beslissing genomen met betrekking tot de te stellen begunstigingstermijnen.
Tegen dit besluit heeft De Heensehoeve B.V. bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 januari 2008, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 augustus 2008, waar De Heensehoeve B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde] en mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, en het college, vertegenwoordigd door mr. S. de Groot en A.W. Adriaansen, beiden werkzaam bij de provincie, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De Heensehoeve B.V. voert aan dat de in het besluit van 6 maart 2007 gestelde begunstigingstermijnen in het besluit van 18 december 2007 ten onrechte niet worden herroepen om de redenen als genoemd in de uitspraak van 5 december 2007. De Heensehoeve B.V. voert voorts aan dat het college in het besluit van 18 december 2007 had moeten afzien van verdere handhaving, nu op dat moment concreet uitzicht op legalisatie bestond. Verder worden volgens De Heensehoeve B.V. met het besluit van 18 december 2007 preventieve lasten onder dwangsom opgelegd, aangezien de varkenshouderij ten tijde van het nemen van dat besluit niet meer in werking was en er derhalve geen sprake meer was van een overtreding.
2.2. Het besluit van 6 maart 2007 is bij de uitspraak van 5 december 2007 vernietigd voor zover het de daarin gestelde begunstigingstermijnen betreft. Er viel voor het college in zoverre niets meer te herroepen. Voor zover deze begunstigingstermijnen in het besluit van 18 december 2007 worden herroepen, mist deze herroeping rechtsgevolg. Voor zover het beroep hierop betrekking heeft, kan het niet leiden tot vernietiging van het besluit van 18 december 2007.
2.3. Uit de uitspraak van 5 december 2007 volgt dat het college in het besluit van 18 december 2007 enkel opnieuw hoefde te beslissen over de te stellen begunstigingstermijnen. Dat volgens De Heensehoeve B.V. ten tijde van het besluit van 18 december 2007 concreet uitzicht op legalisatie bestond, wat daarvan verder zij, maakt niet dat het college bij het nemen van dat besluit gehouden was tot een verdergaande heroverweging van de opgelegde lasten onder dwangsom.
2.4. Het besluit van 18 december 2007 strekt tot niet meer dan een nieuwe beslissing over de te stellen begunstigingstermijnen. Reeds vanwege deze beperkte strekking kan De Heensehoeve B.V. niet worden gevolgd in haar stelling dat met dit besluit preventieve lasten onder dwangsom worden opgelegd. Dat een overtreding tijdens de bezwaarprocedure is beëindigd, maakt verder, anders dan De Heensehoeve B.V. kennelijk meent, niet dat het bij besluit op bezwaar handhaven van een vanwege de overtreding opgelegde last onder dwangsom moet worden aangemerkt als het opleggen van een preventieve last onder dwangsom.
2.5. Het beroep is ongegrond.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.P.J.M. van Grinsven, ambtenaar van Staat.
w.g. Drupsteen w.g. Van Grinsven
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2008
462.