ECLI:NL:RVS:2008:BF7191
Raad van State
- Hoger beroep
- J.E.M. Polak
- H. Troostwijk
- C.J.M. Schuyt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen weigering handhavend optreden tegen bestaande kapschuur en sleufsilo's
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen. De voorzieningenrechter had op 26 oktober 2007 het beroep van [wederpartijen] ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders van Emmen op 9 februari 2006 had geweigerd handhavend op te treden tegen een bestaande kapschuur en vijf sleufsilo's op een perceel in [plaats]. Het college verklaarde op 6 juli 2007 het bezwaar van [wederpartijen] ongegrond. [appellante] heeft op 19 december 2007 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De zitting vond plaats op 26 augustus 2008, waar [appellante] werd vertegenwoordigd door mr. A.J. Poelman, en het college door J. van der Veen en E. Darneviel. [wederpartij A] was bijgestaan door mr. drs. J.A. van 't Slot. Tijdens de zitting werd ook een getuige gehoord. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak gesplitst van andere zaken die gelijktijdig werden behandeld.
De Afdeling overweegt dat [appellante] zich kan verenigen met het dictum van de aangevallen uitspraak, maar dat haar hoger beroep uitsluitend gericht is tegen de overweging van de voorzieningenrechter over het gebruik van de kapschuur. De Afdeling concludeert dat [appellante] geen procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, omdat het college niet gebonden is aan het oordeel van de voorzieningenrechter in toekomstige besluiten. Daarom is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 8 oktober 2008.