ECLI:NL:RVS:2008:BF7213
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening bodemverontreiniging Olieslagerslaan te Haarlem
Op 3 oktober 2008 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem had op 27 juni 2008 besloten dat er sprake was van ernstige bodemverontreiniging op de locatie Olieslagerslaan 32-44 te Haarlem en had ingestemd met een saneringsplan. Dit besluit werd op 4 juli 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben de verzoekers op 13 augustus 2008 beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 25 september 2008 zijn de verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, en het college, vertegenwoordigd door mr. R.A. Renfurm en ing. G.M. Woortman-Daams, verschenen. Ook DMV Vastgoed Ontwikkeling B.V. was als partij aanwezig, vertegenwoordigd door mr. J.C. Ellerman.
De verzoekers vreesden dat de saneringswerkzaamheden zouden leiden tot verzakkingen van de bodem, schade aan hun woningen en monumentale bomen, en een verslechtering van de verkeersveiligheid. Het college stelde echter dat het saneringsplan geen of slechts een zeer geringe onttrekking van grondwater vereiste en dat de aanbevelingen van de Bomenstichting zouden worden gevolgd om schade aan de bomen te voorkomen. De voorzitter oordeelde dat de beroepsgronden van de verzoekers niet relevant waren voor de besluitvorming in het kader van de Wet bodembescherming.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 oktober 2008.