ECLI:NL:RVS:2008:BF7225

Raad van State

Datum uitspraak
8 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800069/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • P.A. Offers
  • R. van der Spoel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit gemeenteraad Midden-Delfland inzake bestemmingsplan Dorp Zuid

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een besluit van de gemeenteraad van Midden-Delfland, dat op 25 oktober 2005 is genomen. De raad heeft verklaard dat er een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Dorp Zuid' wordt voorbereid voor een perceel aan de Foppenpolder/Kortebuurt te Maasland. Dit besluit werd genomen in het kader van de planologische medewerking voor de bouw van zes vrijstaande woningen op het betreffende perceel. De appellanten, die mede-eigenaar zijn van een deel van de grond waarop de woningen worden gebouwd, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit. De gemeenteraad heeft hun bezwaar op 27 juni 2006 ongegrond verklaard, waarna de rechtbank 's-Gravenhage op 22 november 2007 het beroep van de appellanten tegen deze beslissing ook ongegrond verklaarde. De appellanten hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waar zij op 3 januari 2008 hun beroep indienen.

Tijdens de zitting op 29 juli 2008 zijn de appellanten, bijgestaan door hun advocaat, en vertegenwoordigers van de gemeenteraad verschenen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en de argumenten van de appellanten gehoord. De appellanten betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de gemeenteraad in redelijkheid het voorbereidingsbesluit heeft kunnen nemen. Zij stellen dat het bouwplan voor de zes woningen in planologisch opzicht onaanvaardbaar is, omdat het gedeeltelijk op gronden is voorzien waarvan zij mede-eigenaar zijn.

De Raad van State overweegt dat de gemeenteraad bij het nemen van een voorbereidingsbesluit een ruime beleidsvrijheid toekomt. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat er in dit geval geen aanleiding is om te concluderen dat het voorgenomen plan in planologisch opzicht onaanvaardbaar is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 8 oktober 2008.

Uitspraak

200800069/1.
Datum uitspraak: 8 oktober 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. 06/6620 van de rechtbank 's-Gravenhage van 22 november 2007 in het geding tussen:
[appellanten]
en
de raad van de gemeente Midden-Delfland.
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 oktober 2005 heeft de raad van de gemeente Midden-Delfland (hierna: de raad) verklaard dat een partiële herziening van het bestemmingsplan "Dorp Zuid" wordt voorbereid voor het perceel aan de Foppenpolder/Kortebuurt te Maasland, zoals nader aangegeven op de bij het besluit behorende tekening (hierna: het perceel).
Bij besluit van 27 juni 2006 heeft de gemeenteraad het door [appellanten] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 november 2007, verzonden op 26 november 2007, heeft de rechtbank 's-Gravenhage (hierna: de rechtbank) het door [appellanten] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 januari 2008, hoger beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben [partij 1], wonend te Maasland, gemeente Midden-Delfland en [partij 2], gevestigd te Maasland, een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 juli 2008, waar [appellanten], bijgestaan door mr. M.R. Plug, advocaat te Delft, en de raad, vertegenwoordigd door T.W.P. van den Berg, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting als partij gehoord [partij 2], vertegenwoordigd door mr. R. Brouwer, advocaat te Naaldwijk, [partij 3], bijgestaan door mr. W. Kattouw, en [partij 1] als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. De raad heeft het voorbereidingsbesluit genomen zodat planologische medewerking kan worden verleend voor zes - reeds gerealiseerde - vrijstaande woningen op het perceel.
2.2. [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de raad in redelijkheid het voorbereidingsbesluit heeft kunnen nemen. Daartoe voeren zij aan dat het van meet af aan duidelijk was dat het bouwplan voor de zes woningen op het perceel in planologisch opzicht onaanvaardbaar is, omdat het gedeeltelijk is voorzien op gronden waarvan zij mede-eigenaar zijn.
2.2.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 13 februari 2008 in zaak nr.
200704261/1, komt de gemeenteraad bij het nemen van een voorbereidingsbesluit een ruime mate van beleidsvrijheid toe en bestaat slechts dan aanleiding voor het oordeel dat de gemeenteraad niet in redelijkheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit heeft kunnen overgaan, wanneer reeds bij een globale beschouwing aanstonds duidelijk had moeten zijn dat het voorgenomen plan in planologisch opzicht onaanvaardbaar is.
De rechtbank heeft terecht overwogen dat daarvan in dit geval geen sprake is. Niet kan worden staande gehouden dat reeds bij een globale beschouwing aanstonds duidelijk had moeten zijn dat de oprichting van zes vrijstaande woningen op het perceel in verband met de eigendom van de gronden waarop het plan ziet, in planologisch opzicht onaanvaardbaar is. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid waarin de zes woningen planologisch worden ingepast.
Het betoog faalt.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. R. van der Spoel, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Van der Maesen de Sombreff
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 oktober 2008
190-552.