ECLI:NL:RVS:2008:BG1157
Raad van State
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- F.B. van der Maesen de Sombreff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het gebruik van een perceel voor het houden van kippen in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Breda, waarin het beroep van [appellant] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Breda ongegrond werd verklaard. Het college had op 27 december 2007 een dwangsom opgelegd aan [appellant] om het gebruik van een gedeelte van zijn perceel voor het houden van ongeveer vijftig kippen en hanen te staken. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had gehandeld, en [appellant] ging in hoger beroep bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 3 september 2008 heeft [appellant] zijn bezwaar met betrekking tot de onjuiste publicatie van de uitspraak van de rechtbank op internet ingetrokken. [Appellant] betoogde dat de rechtbank in strijd met artikel 8:69 van de Algemene wet bestuursrecht had gehandeld door gewicht toe te kennen aan de hinderlijkheid van hanengekraai voor omwonenden. De Raad van State oordeelde dat dit bezwaar niet kon leiden tot het beoogde doel, omdat het in deze zaak niet ging om de hinder voor omwonenden, maar om de strijdigheid met de woonbestemming.
Daarnaast stelde [appellant] dat handhaving op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening effectiever zou zijn en hem de mogelijkheid zou bieden om het houden van kippen voort te zetten. De Raad van State verwierp dit betoog, omdat de rechtmatigheid van het besluit niet werd aangetast door de mogelijkheid van een andere wettelijke grondslag voor handhaving. Ook het feit dat [appellant] een bouwvergunning had gekregen, tastte de rechtmatigheid van het besluit niet aan, aangezien de bouwvergunning het strijdige gebruik van het perceel niet opheft.
Uiteindelijk oordeelde de Raad van State dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 22 oktober 2008.