ECLI:NL:RVS:2008:BG1826
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- C.J.M. Schuyt
- K.J.M. Mortelmans
- R.G.P. Oudenaller
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Loenen met betrekking tot de vrijstelling voor het realiseren van een buitenplaats
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 25 januari 2008, waarin het beroep van [appellant] tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Loenen werd afgewezen. Het college had in brieven van 9 november 2004 en 12 april 2005 aan [appellant] medegedeeld onder welke voorwaarden het bereid was om mee te werken aan het verlenen van vrijstelling voor het realiseren van een buitenplaats, genaamd landgoed Ruygenhof, achter de woningen aan de [locaties] te [plaats]. Deze brieven werden door de rechtbank gekwalificeerd als informatief en niet als besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Het college verklaarde het bezwaar van [appellant] tegen deze brieven op 13 september 2005 kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had gehandeld, omdat de brieven geen rechtsgevolg beoogden. [appellant] ging in hoger beroep bij de Raad van State, die de zaak op 7 oktober 2008 ter zitting behandelde. Tijdens deze zitting was [appellant] zelf aanwezig, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Martens en mr. T de Smet, ambtenaren van de gemeente.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen grond was om het oordeel van de rechtbank onjuist te achten. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 29 oktober 2008.