ECLI:NL:RVS:2008:BG3413

Raad van State

Datum uitspraak
5 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800103/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Lubberdink
  • L. Groenendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving van bestuursdwang en dwangsom bij illegale botenlift in Leidschendam-Voorburg

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. Het college had op 8 november 2005 [appellant] gelast om binnen zes weken een botenlift op zijn perceel te verwijderen, met een dwangsom van € 2.500,00 per week bij niet-naleving, tot een maximum van € 15.000,00. Na het ongegrond verklaren van het bezwaar door het college op 5 december 2006, heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 november 2007 het beroep van [appellant] tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 5 november 2008 werd behandeld.

De Raad van State oordeelt dat het college terecht handhavend heeft opgetreden, aangezien de botenlift in strijd was met het bestemmingsplan. De Afdeling bestuursrechtspraak overweegt dat het bestuursorgaan in principe moet optreden bij overtredingen van wettelijke voorschriften, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. [Appellant] voerde aan dat hij de botenlift in het voorjaar van 2007 had verwijderd en dat het college de indruk had gewekt dat de invordering van de dwangsommen niet zou worden doorgezet. De Raad van State verwierp deze argumenten, omdat de termijn voor het opleggen van dwangsommen was verstreken voordat de lift was verwijderd. Het hoger beroep van [appellant] werd ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.

Uitspraak

200800103/1.
Datum uitspraak: 5 november 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. AWB 07/241 van de rechtbank 's-Gravenhage van 23 november 2007 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 november 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg (hierna: het college) [appellant] gelast binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit de botenlift op het perceel [locatie] te [plaats] te verwijderen en verwijderd te houden, onder oplegging van een dwangsom van € 2.500,00 per week of gedeelte van een week dat hij na het verstrijken ven deze begunstigingstermijn in gebreke blijft aan de last te voldoen, met een maximum van € 15.000,00.
Bij besluit van 5 december 2006 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 november 2007, verzonden op 27 november 2007, heeft de rechtbank 's-Gravenhage (hierna: de rechtbank) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 januari 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 februari 2008.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 augustus 2008, waar het college, vertegenwoordigd door mr. E. Falan, ambtenaar van de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Niet in geschil is dat de botenlift in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Veursestraatweg 1985" is geplaatst, zodat het college ter zake handhavend kon optreden.
2.2. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen.
2.3. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat zodanig bijzondere omstandigheden aanwezig waren dat het college van handhaving diende af te zien. Deze omstandigheden zijn erin gelegen dat hij de botenlift in het voorjaar van 2007 heeft verwijderd. Voorts voert [appellant] aan dat het college de indruk heeft gewekt de invordering van de dwangsommen na de verwijdering niet door te zetten.
2.4. Dit betoog faalt. Het college had aan de last onder dwangsom een begunstigingstermijn verbonden die zes weken na verzending van de last verstreek. Het college heeft deze termijn bij brief van 23 december 2005 verlengd tot zes weken na het besluit op bezwaar. Aangezien dit besluit op 5 december 2006 is genomen, verstreek deze termijn op 16 januari 2007. Derhalve heeft [appellant] met ingang van 17 januari 2007 dwangsommen verbeurd van € 2.500,00 per week. Het maximum was zes weken later op 28 februari 2007 bereikt. [appellant] heeft de botenlift pas na deze datum verwijderd, zodat deze verwijdering niet kan baten.
Voor zover [appellant] betoogt dat het college de indruk heeft gewekt de invordering van de verbeurde dwangsommen niet door te zetten, faalt dit eveneens, reeds omdat, daargelaten of het college deze indruk inderdaad heeft gewekt, de invordering van dwangsommen niet ter beoordeling van de bestuursrechter staat.
2.5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L. Groenendijk, ambtenaar van Staat.
w.g. Lubberdink w.g. Groenendijk
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 5 november 2008
164.