ECLI:NL:RVS:2008:BG8241

Raad van State

Datum uitspraak
15 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200808614/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M. Oosting
  • R.I.Y. Lap
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van een last onder dwangsom opgelegd aan De Hooizolder Exploitatie B.V. door het college van burgemeester en wethouders van Veere

Op 15 december 2008 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Hooizolder Exploitatie B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Veere. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van het college van 22 oktober 2008, waarbij aan De Hooizolder een last onder dwangsom werd opgelegd wegens overtreding van artikel 2.17, eerste lid, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Dit besluit was gebaseerd op geluidmetingen die zouden aantonen dat De Hooizolder de geluidgrenswaarden had overschreden.

De Hooizolder heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij een spoedeisend belang had bij het treffen van deze voorziening. Tijdens de zitting op 8 december 2008 heeft De Hooizolder betoogd dat de geluidmetingen niet correct zijn uitgevoerd en heeft zij verwezen naar rapporten van een akoestisch adviseur die twijfels uitte over de validiteit van de metingen. Het college heeft ter zitting enkel gesteld dat de metingen correct waren, zonder inhoudelijk in te gaan op de kanttekeningen van de adviseur.

De voorzitter heeft geconcludeerd dat er gerede twijfel bestaat over de juistheid van de stelling van het college en heeft daarom besloten om het besluit van het college te schorsen. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van De Hooizolder, die zijn vastgesteld op € 666,98, en het griffierecht van € 288,00. De schorsing van het besluit geldt tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, met de mogelijkheid tot verlenging indien er binnen die termijn een nieuw verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend.

Uitspraak

200808614/1.
Datum uitspraak: 15 december 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Hooizolder Exploitatie B.V., gevestigd te Westkapelle, gemeente Veere,
verzoekster,
en
het college van burgemeester en wethouders van Veere,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 oktober 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Hooizolder Exploitatie B.V. (hierna: De Hooizolder) een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2.17, eerste lid, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.
Tegen dit besluit heeft De Hooizolder bezwaar gemaakt.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 november 2008, heeft De Hooizolder de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 december 2008, waar De Hooizolder, vertegenwoordigd door mr. K.B. Okhuijsen, advocaat te Utrecht, en ir. J.F.C. Kupers (hierna: Kupers), akoestisch adviseur, en het college, vertegenwoordigd door S. Vasseur, M.C. de Vries en A.C. Louwerse, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het besluit van 22 oktober heeft betrekking op discotheek De Hooizolder aan de Grindweg 6 in West-Kapelle, gemeente Veere. De door het college geconstateerde overtreding ziet op overschrijdingen van de geluidgrenswaarden waaraan ingevolge artikel 2.17, eerste lid, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer moet worden voldaan.
2.2. Het college heeft ter zitting betoogd dat De Hooizolder geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening.
2.2.1. De voorzitter overweegt dat het college in het besluit van 22 oktober 2008 een begunstigingstermijn heeft gesteld van 6 weken. Na het verstrijken van die termijn zal De Hooizolder in het geval van geconstateerde overtredingen van artikel 2.17, eerste lid, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer ingevolge het besluit dwangsommen verbeuren. Gelet hierop heeft De Hooizolder een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening.
2.3. De Hooizolder betoogt dat de gestelde overtredingen zijn gebaseerd op geluidmetingen die niet correct zijn uitgevoerd. In dat verband verwijst zij naar de opmerkingen die over deze geluidmetingen zijn gemaakt in twee rapporten die zijn opgesteld door Kupers van het akoestisch adviesbureau Kupers & Niggebrugge.
2.3.1. Het college heeft het besluit van 22 oktober 2008 gebaseerd op geluidmetingen die zijn verricht op verschillende data in de nachtperiode gedurende de zomer van 2008, te weten op 29, 30 en 31 juli en op 9 en 17 augustus 2008. Het college heeft op basis van deze metingen geconcludeerd dat overtredingen van artikel 2.17, eerste lid, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer zijn begaan. Met name in zijn rapport van 21 november 2008 heeft Kupers van het akoestisch adviesbureau Kupers & Niggebrugge uitgebreide kanttekeningen geplaatst bij de validiteit van die metingen. Deze kanttekeningen zien onder meer op de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de metingen zijn verricht. Nu het college ter zitting enkel heeft gesteld dat de metingen correct zijn uitgevoerd en het niet inhoudelijk is ingegaan op de door Kupers gemaakte kanttekeningen, geven deze kanttekeningen de voorzitter aanleiding tot gerede twijfel aan de juistheid van de stelling van het college dat zich tijdens de hiervoor bedoelde metingen overtredingen van artikel 2.17, eerste lid, van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer hebben voorgedaan. Daarbij neemt de voorzitter in ogenschouw dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat De Hooizolder reeds vóór een aantal van de door het college verrichte metingen enkele geluidreducerende maatregelen had getroffen, waaronder het plaatsen van twee deuren in de hal van de entree en de installatie van een zogenoemde Bass Creator.
2.4. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.5. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Veere van 22 oktober 2008, kenmerk /08U.11668, tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, met dien verstande dat indien binnen die termijn wordt verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening, de schorsing doorloopt totdat op dat verzoek is beslist;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Veere tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Hooizolder Exploitatie B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 666,98 (zegge: zeshonderdzesenzestig euro en negenentachtig cent), waarvan € 644,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Veere aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Hooizolder Exploitatie B.V. onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
III. gelast dat de gemeente Veere aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Hooizolder Exploitatie B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 288,00 (zegge: tweehonderdachtentachtig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting w.g. Lap
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 december 2008
288.