ECLI:NL:RVS:2009:BG9751
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.J. Hoekstra
- S. Bechinka
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake goedkeuring uitwerkingsplan Nesselande door college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland
Op 8 januari 2009 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin W.H.P.M. Piket een verzoek om voorlopige voorziening had ingediend tegen het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Dit verzoek volgde op een besluit van het college van 26 augustus 2008, waarbij goedkeuring werd verleend aan het uitwerkingsplan '19e uitwerking bestemming woondoeleinden noordelijk deel deelgebied 6.1. bestemmingsplan Nesselande', vastgesteld door het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander van de gemeente Rotterdam. Piket, eigenaar van vijf percelen in het plangebied, stelde dat het uitwerkingsplan niet voorziet in de mogelijkheid om op zijn percelen woningbouw te realiseren en dat het college ten onrechte goedkeuring had verleend aan het plan.
Tijdens de zitting op 5 december 2008 werd het verzoek behandeld. Piket voerde aan dat er een spoedeisend belang was, omdat het gemeentebestuur had aangekondigd over te gaan tot onteigening van zijn percelen. Het dagelijks bestuur verklaarde echter dat de gronden deels in eigendom zijn van de gemeente en deels van particulieren, en dat er nog geen concrete stappen waren gezet richting verwerving van de particuliere gronden. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, R.J. Hoekstra, oordeelde dat de realisatie van het uitwerkingsplan niet kan plaatsvinden zolang de percelen in eigendom zijn van Piket.
De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was dat rechtvaardigde dat een voorlopige voorziening werd getroffen. Het verzoek van Piket werd dan ook afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 januari 2009, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.