ECLI:NL:RVS:2009:BH1836

Raad van State

Datum uitspraak
4 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200803875/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • K. Brink
  • D. van Leeuwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hogere geluidgrenswaarden vastgesteld door dagelijks bestuur stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer

Op 4 februari 2009 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende hogere geluidgrenswaarden die zijn vastgesteld door het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer. Het besluit, genomen op 18 maart 2008, betrof de toekomstige bebouwing in Noorderhof Zuid en was gebaseerd op artikel 110a van de Wet geluidhinder. Tegen dit besluit hebben de appellanten bezwaar gemaakt, waarna het dagelijks bestuur het bezwaarschrift ter behandeling als beroepschrift naar de Raad van State heeft doorgezonden. De zaak is behandeld door een meervoudige kamer, maar is later verwezen naar een enkelvoudige kamer.

Tijdens de zitting op 23 januari 2009 is de zaak besproken, waarbij één van de appellanten in persoon aanwezig was. De Raad van State heeft overwogen dat volgens artikel 20.1 van de Wet milieubeheer een belanghebbende beroep kan instellen tegen een besluit op grond van de Wet geluidhinder. De definitie van belanghebbende, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht, houdt in dat degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, als belanghebbende kan worden aangemerkt.

In deze zaak is vastgesteld dat de appellanten niet in een bijzondere, rechtens te erkennen relatie staan tot de toekomstige bebouwing waarvoor de hogere geluidgrenswaarden zijn vastgesteld. Hierdoor zijn hun belangen niet rechtstreeks betrokken bij het bestreden besluit. De Raad van State heeft geconcludeerd dat de appellanten derhalve niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan in naam der Koningin, waarbij de Raad van State de beslissing heeft genomen dat het beroep niet-ontvankelijk is.

Uitspraak

200803875/1.
Datum uitspraak: 4 februari 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
en
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 maart 2008 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer (hierna: het dagelijks bestuur) hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van de toekomstige bebouwing in Noorderhof Zuid.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief van 19 mei 2008 bezwaar gemaakt. Het dagelijks bestuur heeft ingevolge artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht het bezwaarschrift ter behandeling als beroepschrift doorgezonden naar de Raad van State, waar het is ingekomen op 29 mei 2008.
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 januari 2009, waar [appellant A], in persoon, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Artikel 20.1, eerste lid, gelezen in samenhang met het derde lid, van de Wet milieubeheer, voor zover van belang, bepaalt dat een belanghebbende beroep kan instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen een besluit op grond van de Wet geluidhinder.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.2. Gezien de gevolgen van het bestreden besluit, namelijk dat voor de in dat besluit genoemde toekomstige bebouwing hogere geluidgrenswaarden gaan gelden dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde, zijn in beginsel uitsluitend de belangen van de aanvrager en diegenen die in een bijzondere, rechtens te erkennen, relatie tot één of meer van de woningen of ander geluidgevoelig gebouw staan rechtstreeks bij het besluit betrokken.
2.3. Vast staat dat [appellanten] niet in een bijzondere, rechtens te erkennen, relatie staan tot de toekomstige bebouwing in Noorderhof Zuid waarvoor hogere geluidgrenswaarden zijn vastgesteld. Hieruit volgt dat hun belang niet rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken. Zij zijn derhalve niet als belanghebbenden aan te merken.
2.4. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Van Leeuwen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 februari 2009
373-596.