ECLI:NL:RVS:2009:BH3211
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- M.M. van der Smissen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting horecagelegenheid door burgemeester Winschoten
Op 11 februari 2009 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoeker] een voorlopige voorziening heeft verzocht tegen een besluit van de burgemeester van Winschoten. De burgemeester had op 28 augustus 2008 besloten om het café van [verzoeker] met ingang van 12 september 2008 voor een periode van twaalf maanden te sluiten. Dit besluit volgde op een eerdere beslissing van 19 november 2008, waarin het bezwaar van [verzoeker] tegen de sluiting ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen had op 23 december 2008 het besluit van de burgemeester vernietigd, maar de burgemeester had in beroep tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 5 februari 2009 heeft [verzoeker], bijgestaan door zijn advocaat, het verzoek gedaan om het café te heropenen, omdat het sinds 1 januari 2009 gesloten was en hij hierdoor geen inkomsten kon genereren. De voorzitter van de Raad van State oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen. Hij stelde dat het besluit van de burgemeester niet onterecht was en dat er onvoldoende redenen waren om aan te nemen dat de sluiting niet gerechtvaardigd was. De voorzitter merkte op dat de bodemprocedure op 20 april 2009 zou plaatsvinden, maar dat het verzoek om heropening op dat moment niet kon worden ingewilligd.
De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en wees het verzoek af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 februari 2009.