ECLI:NL:RVS:2009:BH3234

Raad van State

Datum uitspraak
13 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200900351/2/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.G. Lubberdink
  • D.A.B. Montagne
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bouwvergunning voor kinderpsychiatrisch behandelcentrum De Bascule te Duivendrecht

Op 25 maart 2008 verleende het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel aan de stichting De Bascule een vrijstelling en bouwvergunning voor het gedeeltelijk vernieuwen en vergroten van het kinderpsychiatrisch behandelcentrum De Bascule, gelegen aan de Rijksstraatweg 145 te Duivendrecht. Tegen deze beslissing hebben [verzoeker] en anderen op 14 januari 2009 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij tevens verzochten om een voorlopige voorziening. Dit verzoek werd behandeld op 5 februari 2009, waarbij zowel [verzoeker] als het college vertegenwoordigd waren. De stichting was ook aanwezig, vertegenwoordigd door haar advocaat en een andere vertegenwoordiger.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het verzoek van [verzoeker] en anderen gericht was op het schorsen van de besluiten van het college om een onomkeerbare situatie te voorkomen, aangezien de bouwwerkzaamheden op korte termijn zouden beginnen. [verzoeker] en anderen stelden dat het bouwplan weliswaar voldeed aan het bestemmingsplan "Duivendrecht 2007", maar dat de belangen van omwonenden niet voldoende waren meegewogen. Ze voerden aan dat het bestemmingsplan niet als ruimtelijke onderbouwing kon dienen, omdat alleen rekening was gehouden met de wensen van De Bascule.

De voorzitter concludeerde dat, hoewel de inbreuk op het bestaande planologisch regime niet onaanzienlijk was, er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 13 februari 2009.

Uitspraak

200900351/2/H1.
Datum uitspraak: 13 februari 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker] en anderen, wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 22 december 2008 in zaken nrs. 08/4147 en 08/4154 in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen
en
het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel.
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 maart 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel (hierna: het college) aan de stichting De Bascule (hierna: de stichting) vrijstelling en bouwvergunning eerste fase verleend voor het gedeeltelijk vernieuwen en vergroten van het kinderpsychiatrisch behandelcentrum De Bascule (hierna: De Bascule) op het perceel Rijksstraatweg 145 te Duivendrecht (hierna: het perceel).
Bij besluit van 30 september 2008 heeft het college het door [verzoeker] en anderen daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 december 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (hierna: de voorzieningenrechter) het door [verzoeker] en anderen daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben [verzoeker] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 januari 2009, hoger beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 januari 2009, hebben [verzoeker] en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 5 februari 2009, waar [verzoeker] en anderen, waarvan in persoon [verzoeker], en het college, vertegenwoordigd door drs. E.S. Fijma, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is als partij gehoord de stichting, vertegenwoordigd door mr. J.M. Neefe, advocaat te Rotterdam, en M.L.H. Nouwen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het verzoek van [verzoeker] en anderen strekt ertoe de besluiten van het college van 25 maart 2008 en 30 september 2008 te schorsen ten einde een onomkeerbare situatie te voorkomen, nu op korte termijn met de bouwwerkzaamheden zal worden aangevangen.
[verzoeker] en anderen betogen - kort weergegeven - dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het bouwplan weliswaar voldoet aan het bestemmingsplan "Duivendrecht 2007", maar dat bij de vaststelling van dit bestemmingsplan de belangen van omwonenden niet naar behoren zijn meegewogen. Volgens hen is slechts rekening gehouden met de wensen van De Bascule. Zij stellen dat het bestemmingsplan "Duivendrecht 2007" dan ook niet kan dienen als ruimtelijke onderbouwing van het bouwplan. [verzoeker] en anderen betogen voorts dat als gevolg van de omvang en de hoogte van het bouwplan hun woon- en leefklimaat wordt aangetast.
2.2.1. Besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit uitgangspunt geldt in dit geval temeer nu de rechter in eerste aanleg het desbetreffende besluit, voor zover daartegen door [verzoeker] en anderen beroep is ingesteld, in stand heeft gelaten. Daarbij geldt dat een vergunninghouder op eigen risico van een bouwvergunning en vrijstelling gebruik maakt, zolang deze niet in rechte onaantastbaar zijn, ook als een verzoek, als thans aan de orde, wordt afgewezen.
2.2.2. De ruimtelijke onderbouwing van het project wordt gevormd door het bij besluit van 7 februari 2008 door de raad van de gemeente Ouder-Amstel vastgestelde bestemmingsplan "Duivendrecht 2007", waarin aan het perceel de bestemming "Maatschappelijk" met de aanduidingen "maximale bouwhoogte 10 meter" en maximale bouwhoogte 14 meter" is toegekend en dat voorziet in de mogelijkheid het bouwplan te realiseren. Bij besluit van 25 augustus 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland goedkeuring verleend aan dat plan. Dit besluit is op verzoek van onder meer [verzoeker] door de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak van 8 januari 2009 inzake nr.
200807114/2geschorst om te vermijden dat in de procedure omtrent de vrijstelling betekenis wordt toegekend aan het plandeel, waarop het perceel betrekking heeft, en uit de inwerkingtreding van dat plandeel zou worden afgeleid dat voormelde bestemming ter plaatse als een gegeven zou moeten worden beschouwd. Anders dan [verzoeker] en anderen betogen, heeft deze uitspraak niet tot gevolg dat voor een goede ruimtelijke onderbouwing van het bouwplan aansluiting dient te worden gezocht bij het geldende bestemmingsplan "Duivendrecht 1962 - uitbreidingsplan in onderdelen". Uit artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, op grond waarvan de onderhavige vrijstelling is verleend, in samenhang gelezen met het eerste lid van dat artikel volgt dat het toelaatbaar is om met het verlenen van de vrijstelling vooruit te lopen op de inwerkingtreding van een toekomstig bestemmingsplan. De inhoud van dat bestemmingsplan kan bij wijze van goede ruimtelijke onderbouwing aan de vrijstelling ten grondslag worden gelegd.
Hoewel de inbreuk op het bestaande planologisch regime, nu deels een derde en vierde bouwlaag wordt gerealiseerd, niet onaanzienlijk is, ziet de voorzitter in hetgeen door [verzoeker] en anderen is aangevoerd op voorhand geen aanleiding voor het oordeel dat deze inbreuk zo groot is dat strengere eisen moeten worden gesteld aan de ruimtelijke onderbouwing dan die waaraan zij voldoet. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het bouwplan, mede gezien de ter zitting overgelegde tekeningen en foto's, aansluit bij de bebouwing gelegen aan de Rijksstraatweg en de Biesbosch.
2.3. Gezien de zich in het dossier bevindende tekeningen staat vast dat De Bascule, zoals bij het bouwplan voorzien, een vermindering van het uitzicht van [verzoeker] en anderen ten opzichte van de bestaande situatie met zich mee zal brengen. Er bestaat evenwel geen grond voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid vrijstelling voor het bouwplan heeft kunnen verlenen. Nu met het bouwplan de afstand tot de omliggende bebouwing niet wordt verkleind, de hogere bouwlagen in het midden van het complex, in de richting de Rijksstraatweg en de Biesbosch, worden gesitueerd alsmede gezien de afstand tussen deze hogere bouwlagen en de omliggende woningen, heeft het college zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van [verzoeker] en anderen. Voorts is niet aannemelijk dat het bouwplan zal leiden tot een onaanvaardbare parkeer- en verkeerssituatie dan wel onaanvaardbare geluidhinder, nu het voorziet in een beperkte uitbreiding van de bestaande voorzieningen met een behandelgroep van acht kinderen en bijbehorende medewerkers en het voor het overige voornamelijk voorziet in de modernisering van de reeds bestaande (behandel)voorzieningen.
Het betoog van [verzoeker] en anderen inzake de kap- en sloopvergunning heeft geen betrekking op de rechtmatigheid van het besluit tot verlening van de vrijstelling en bouwvergunning.
2.4. Gezien het vorenstaande is in hetgeen [verzoeker] en anderen naar voren hebben gebracht geen aanleiding te vinden om op voorhand aan te nemen dat de aangevallen uitspraak, voor zover daartegen door hen hoger beroep is ingesteld, in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans uiteindelijk zal blijken dat geen bouwvergunning en vrijstelling mocht worden verleend. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
2.6. 3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van Staat.
w.g. Lubberdink w.g. Montagne
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 februari 2009
374.