ECLI:NL:RVS:2009:BH3244

Raad van State

Datum uitspraak
18 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200803874/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H. Troostwijk
  • P.A. Offers
  • R. van der Spoel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bouwvergunningen voor recreatiebungalows in Beekbergen

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de vereniging Bewonersvereniging Immenberg en het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 29 april 2008. De zaak betreft de reguliere bouwvergunningen die op 9 september 2005 zijn verleend aan Bospark Beekbergen B.V. en Landgoed De Valouwe B.V. voor het oprichten van respectievelijk 42 en 17 recreatiebungalows op de percelen Hoge Bergweg 16 en Lage Bergweg 31 te Beekbergen. De rechtbank had het beroep van de Bewonersvereniging ongegrond verklaard, waarop beide partijen hoger beroep hebben ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 27 januari 2009 behandeld. De vertegenwoordigers van het college en de Bewonersvereniging waren aanwezig, evenals de vertegenwoordigers van Bospark en De Valouwe. De Afdeling heeft overwogen dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "Stuwwalrand Parkzone Zuid". De rechtbank had niet onderkend dat de maximale bebouwingsoppervlakte voor het perceel Hoge Bergweg 16 ook betrekking heeft op het perceel Lage Bergweg 39, dat voorheen onderdeel uitmaakte van het bedrijf Euroase Beekbergen.

De Afdeling heeft geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft vastgesteld dat de bouwvergunningen voor recreatiebungalows op het perceel Lage Bergweg 39 niet mogelijk zijn, omdat dit perceel niet op de lijst van het bestemmingsplan voorkomt. De Afdeling heeft de hoger beroepen gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn van 11 mei 2007 vernietigd. De gemeente Apeldoorn is veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht aan de Bewonersvereniging.

Uitspraak

200803874/1.
Datum uitspraak: 18 februari 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op de hoger beroepen van:
1. het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn,
2. de vereniging Bewonersvereniging Immenberg, gevestigd te Beekbergen, gemeente Apeldoorn,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 29 april 2008 in zaak
nr. 07/963 in het geding tussen:
de vereniging Bewonersvereniging Immenberg
en
het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn.
1. Procesverloop
Bij afzonderlijke besluiten van 9 september 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn (hierna: het college) aan Bospark Beekbergen B.V. (hierna: Bospark) en Landgoed De Valouwe B.V. (hierna: De Valouwe), beide gevestigd te Beekbergen, reguliere bouwvergunningen eerste fase verleend voor het oprichten van respectievelijk 42 recreatiebungalows op het perceel Hoge Bergweg 16 en 17 recreatiebungalows op het perceel Lage Bergweg 31 te Beekbergen (hierna: het bouwplan).
Bij besluit van 11 mei 2007 heeft het college het door de vereniging Bewonersvereniging Immenberg (hierna: de Bewonersvereniging) daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 29 april 2008, verzonden op 6 mei 2008, heeft de rechtbank Zutphen (hierna: de rechtbank) het door de Bewonersvereniging daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 mei 2008, en de Bewonersvereniging bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 juni 2008, hoger beroep ingesteld.
Het college en de Bewonersvereniging hebben elk een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben Bospark en De Valouwe een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 januari 2009, waar het college, vertegenwoordigd door mr. G.N. Sloote, ambtenaar in dienst van de gemeente, en de Bewonersvereniging, vertegenwoordigd door [vice-voorzitter] en [penningmeester] zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting Bospark en De Valouwe, vertegenwoordigd door mr. M. Gideonse, advocaat te Veenendaal, vergezeld door C.T.J. van Baak, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het bouwplan voorziet in de oprichting van recreatiebungalows op gronden, waaraan ingevolge het bestemmingsplan "Stuwwalrand Parkzone Zuid" (hierna: het bestemmingsplan) de bestemming "Verblijfsrecreatiebedrijf" is toegekend.
Ingevolge artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de planvoorschriften, voor zover thans van belang, zijn de als zodanig op de plankaart aangegeven gronden bestemd voor het bedrijfsmatig bieden van recreatief verblijf aan personen - die elders hun hoofdverblijf hebben - in tot het bedrijf behorende recreatiewoningen, groepsaccommodaties en kampeermiddelen en op tot het bedrijf behorende verzorgende gebouwen ten dienst van die personen.
Het tweede lid bevat onder b een tabel van terreinen in het plangebied en de maximum grondoppervlakte voor, voor zover thans van belang, recreatiewoningen op elk van die terreinen. In gevolge het tweede lid, onder a, is binnen de aangegeven maximum grondoppervlaktes aanpassing van de inrichting en ontwikkeling van de bedrijven en de bijbehorende voorzieningen toegestaan.
Ingevolge het derde lid, onder a, voor zover thans van belang, mag de maximale grondoppervlakte voor recreatiewoningen, exclusief de bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen, niet meer bedragen dan in het tweede lid per verblijfsrecreatief terrein is aangegeven.
2.2. Het hoger beroep van het college is gericht tegen de overweging van de rechtbank dat, nu het perceel Lage Bergweg 39 niet voorkomt op de lijst in artikel 3.9, tweede lid, onder b, van de planvoorschriften, het derde lid van die bepaling niet van toepassing is op dat perceel, zodat daarvoor geen maximale bebouwingsoppervlakte geldt. Het college betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de maximale bebouwingsoppervlakte voor het perceel Hoge Bergweg 16 mede betrekking heeft op het perceel Lage Bergweg 39.
De Bewonersvereniging betoogt daarentegen dat de rechtbank heeft miskend dat de omstandigheid dat het perceel Lage Bergweg 39 niet is vermeld op voormelde lijst ertoe leidt dat het bebouwen van dit perceel niet mogelijk is.
Voorts voert de Bewonersvereniging aan dat de rechtbank heeft miskend dat, voor zover bouwvergunningen zijn verleend voor recreatiebungalows die op het perceel Lage Bergweg 39 worden gerealiseerd, deze ten onrechte het adres Hoge Bergweg 16 vermelden.
2.2.1. Het college heeft onweersproken gesteld dat het perceel Lage Bergweg 39, dat thans onderdeel uitmaakt van Bospark, voorheen onderdeel uitmaakte van het aan de Hoge Bergweg 16 gevestigde en op de lijst vermelde bedrijf Euroase Beekbergen. Hieruit volgt dat, anders dan de rechtbank heeft overwogen, de in artikel 3.9, tweede, onder b, en derde lid, van de planvoorschriften voor het perceel Hoge Bergweg 16 vastgestelde maximale grondoppervlakte voor recreatiewoningen mede betrekking heeft op het perceel Lage Bergweg 39.
Voor het oordeel dat de bouwvergunningen, voor zover deze betrekking hebben op recreatiebungalows voorzien op het perceel Lage Bergweg 39, onrechtmatig zijn, omdat in de vergunningen het adres Hoge Bergweg 16 is vermeld, heeft de rechtbank terecht geen grond gevonden. Daartoe wordt overwogen dat uit de tekeningen bij de verleende bouwvergunningen voldoende duidelijk blijkt waar de desbetreffende recreatiebungalows zijn voorzien.
Het betoog van de Bewonersvereniging faalt. Het betoog van het college slaagt.
2.3. De Bewonersvereniging betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het bouwplan ook om andere redenen in strijd is met het bestemmingsplan. Daartoe voert zij aan dat de tussen de gemeente en Bospark in juni 2005 gesloten overeenkomst onvoldoende waarborgen biedt dat de voorziene recreatiebungalows bedrijfsmatig zullen worden geëxploiteerd, nu in die overeenkomst niet is geregeld dat Bospark de op haar ingevolge de overeenkomst rustende verplichtingen dient door te geven aan haar rechtsopvolgers. Voorts voert zij daartoe aan dat tussen De Valouwe en de gemeente in het geheel geen overeenkomst is gesloten, die zodanige waarborgen kan bieden.
2.3.1. In juni 2005 hebben Bospark en de gemeente een overeenkomst gesloten teneinde te garanderen dat de recreatiebungalows, ook wanneer deze aan derden worden verkocht, in overeenstemming met het bestemmingsplan door middel van verhuur door steeds wisselende personen worden gebruikt. Hiertoe is in de overeenkomst onder meer bepaald dat de eigenaar jegens Bospark gehouden is de recreatiewoning gedurende minimaal 140 dagen per kalenderjaar via Bospark ter verhuur aan te bieden. Deze overeenkomst ziet derhalve op de verkoop van individuele recreatiewoningen. Daarmee is geen voorziening getroffen voor de situatie dat Bospark zich uit de verhuur van de recreatiewoningen terugtrekt en haar rechten en verplichtingen aan een derde overdraagt. Voorts is ter zitting komen vast te staan dat tussen De Valouwe en de gemeente geen overeenkomst is gesloten die voldoende zeker stelt dat de voorziene recreatiebungalows van De Valouwe zullen worden gebruikt op de wijze zoals in het bestemmingsplan is voorzien. Niet is gebleken dat op andere wijze is voorzien in de in het bestemmingsplan voorgeschreven bedrijfsmatige aanbieding van recreatief verblijf. Uit het vorenstaande volgt dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
Het betoog slaagt.
2.4. De hoger beroepen zijn gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 11 mei 2007 van het college alsnog gegrond verklaren. Dat besluit komt eveneens voor vernietiging in aanmerking.
2.5. Ten aanzien van de Bewonersvereniging is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van het college bestaat voorts voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de hoger beroepen gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 29 april 2008 in zaak nr. 07/963;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn van 11 mei 2007, kenmerk JZV/ML 00381897;
V. gelast dat de gemeente Apeldoorn aan de vereniging Bewonersvereniging Immenberg het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 718,00 (zegge: zevenhonderdachttien euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. R. van der Spoel, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2009
392.