200804087/1.
Datum uitspraak: 18 februari 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 april 2008 in zaak nr. 07/1928 in het geding tussen:
de directie van de Dienst Wegverkeer.
Bij besluit van 2 januari 2007 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW) een aanvraag van [appellante] tot afgifte van een kentekenbewijs voor een bromfiets afgewezen.
Bij besluit van 24 april 2007 heeft de RDW het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 17 april 2008, verzonden op 23 april 2008, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 juni 2008, hoger beroep ingesteld.
De RDW heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 januari 2009, waar de RDW, vertegenwoordigd door N.T.P. Eshuis, ambtenaar bij de RDW, is verschenen.
2.1. Ingevolge artikel 48, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW 1994) wordt een kentekenbewijs op aanvraag en tegen betaling van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief slechts afgegeven aan in Nederland woonachtige natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaren dan wel, indien de aanvraag betrekking heeft op een kentekenbewijs voor een bromfiets, de leeftijd van zestien jaren hebben bereikt, indien het motorrijtuig of de aanhangwagen waarvoor de afgifte wordt verlangd, overeenkomstig artikel 22 of 26 is goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg en, indien na die toelating wijziging is aangebracht in de bouw of inrichting van dat voertuig, die wijziging, behoudens in het geval dat geen goedkeuring is vereist, overeenkomstig artikel 99, eerste lid, of 100, eerste lid, is goedgekeurd voor toelating van het gewijzigde voertuig tot het verkeer op de weg.
Ingevolge artikel IV, eerste lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281; hierna: de wet van 12 mei 2005) wordt in afwijking van de artikelen 48, eerste lid, en 50, eerste lid, van de WVW 1994 voor bromfietsen die vóór de datum van inwerkingtreding van artikel I van deze wet (1 september 2005) in het verkeer zijn gebracht, door de Dienst Wegverkeer een kentekenbewijs afgegeven zonder dat ten aanzien van de bromfiets waarvoor de afgifte wordt verlangd, behoeft te worden voldaan aan het in artikel 48, eerste lid, bepaalde inzake de toelating van het voertuig of het gewijzigde voertuig tot het verkeer op de weg, mits wordt voldaan aan het tweede tot en met het elfde lid alsmede aan het bepaalde krachtens het twaalfde en het dertiende lid.
Ingevolge artikel IV, tiende lid, aanhef en onder c, van de wet van 12 mei 2005 weigert de Dienst Wegverkeer de afgifte van een kentekenbewijs indien wat voertuigen betreft die na 31 december 1973 in het verkeer zijn gebracht, naar het oordeel van de dienst blijkt dat het voertuig niet behoort tot een goedgekeurd type.
Ingevolge artikel V van de wet van 12 mei 2005 worden aanvragen van kentekenbewijzen als bedoeld in artikel IV die zijn ingediend voor het tijdstip waarop dit artikel krachtens artikel VI, tweede lid, vervalt, na dit tijdstip afgehandeld overeenkomstig artikel IV, zoals dit luidde voor dit tijdstip.
2.2. Ingevolge artikel VII van het koninklijk besluit van 23 juli 2005 (Stb. 406) blijven de artikelen 1.1, onderdeel m, 5.1.4, 5.6.1, 5.6.8, 5.6.11, vierde en vijfde lid, van het Voertuigreglement en artikel 1, onderdelen i en af, van het RVV 1990 zoals deze luidden voor het tijdstip van de inwerkingtreding van de artikelen II en III (1 september 2005) van dat besluit van kracht:
a. voor een bromfiets die op dat tijdstip reeds in het verkeer is gebracht tot voor de betrokken bromfiets een kentekenbewijs is afgegeven op grond van artikel IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281), of, indien dat later is,
b. tot het tijdstip waarop artikel IV van die wet vervalt.
Ingevolge artikel 5.6.1, eerste lid, van het Voertuigreglement, voor zover thans van belang, moeten bromfietsen voldoen aan de volgende eisen:
a. het identificatienummer moet op een vast voertuigdeel zijn ingeslagen en moet goed leesbaar zijn;
1°. behoren tot een door de minister goedgekeurd type of exemplaar en zijn voorzien van:
A. een goed leesbaar goedkeuringsmerk dat is aangebracht op het balhoofd of op enig ander deel van het frame, dan wel
B. zijn uitgerust met een verbrandingsmotor, behorende tot een na 1 juli 1958 doch voor 31 december 1994 door de minister goedgekeurd type, voorzien van een goed leesbaar goedkeuringsmerk, dan wel
C. zijn uitgerust met een verbrandingsmotor, waarvan het merk en het type door de minister vóór 1 juli 1958 in de Nederlandse Staatscourant zijn bekendgemaakt, of
2°. behoren tot een type waarvoor een typegoedkeuring als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van richtlijn 92/61/EEG of richtlijn 2002/24/EG is afgegeven en zijn voorzien van een constructieplaat waarop de volgende gegevens zijn vermeld:
A. de naam van de fabrikant;
B. het goedkeuringsnummer betreffende de goedkeuring van het voertuig;
C. het identificatienummer van het voertuig;
D. het geluidsniveau tijdens stilstand in dB(A) bij een daarbij behorend aantal toeren per minuut.
2.3. De RDW heeft aan de afwijzing ten grondslag gelegd dat uit de door [appellante] bij de aanvraag overgelegde informatie is gebleken dat de bromfiets dateert van na 1973 en niet behoort tot een goedgekeurd type.
2.3.1. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de RDW zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat niet aan de wettelijke voorwaarden is voldaan om over te kunnen gaan tot kentekenregistratie en dat de afgifte van een kentekenbewijs terecht is geweigerd. In dat verband voert zij aan dat zij alles heeft gedaan wat de wetgever verlangde en dat zij veel van dit type bromfietsen met kenteken ziet rijden.
2.3.2. De stelling van [appellante] dat zij veel van dit type bromfietsen met kenteken ziet rijden maakt, ook als dit juist is, niet dat haar een kenteken had moeten worden verleend, aangezien een kenteken slechts wordt verleend indien aan de vereisten als bedoeld in de wet van 12 mei 2005 is voldaan dan wel de bromfiets is goedgekeurd voor toelating tot de weg als bedoeld in artikel 26 van de WVW 1994.
[appellante] heeft haar stelling dat de bromfiets dateert van voor 1974 niet gestaafd. Verder is niet gebleken dat de bromfiets behoort tot een goedgekeurd type. Gelet daarop heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat de RDW zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het bouwjaar van de bromfiets na 1973 is en de bromfiets niet behoort tot een goedgekeurd type. De rechtbank is dan ook op goede gronden tot het oordeel gekomen dat de RDW de afgifte van een kentekenbewijs terecht heeft geweigerd.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W. Konijnenbelt, voorzitter, en mr. H.G. Lubberdink en mr. C.J.M. Schuyt, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, ambtenaar van Staat.
w.g. Konijnenbelt w.g. Graat
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2009