ECLI:NL:RVS:2009:BH4605
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- T.M.A. Claessens
- M.W.J. Sloots
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vrijstelling voor openbaar parkeerterrein door college van burgemeester en wethouders van Graft-De Rijp
Op 4 december 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Graft-De Rijp vrijstelling aan de Stichting Noordeinder Vermaning voor het gebruik van een terrein als openbaar parkeerterrein. Dit besluit vereiste dat aanbevelingen uit een rapport over de Flora- en faunawet gevolgd moesten worden. Tegen deze beslissing hebben verzoekers, waaronder [verzoeker A], [verzoeker B] en [verzoeker C], hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij op 28 januari 2009 verzochten om een voorlopige voorziening.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 12 februari 2009 behandeld. Tijdens de zitting waren de verzoekers vertegenwoordigd door [verzoeker A] en [verzoeker B], terwijl het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren en de wethouder. De rechtbank Alkmaar had eerder op 12 december 2008 het beroep van de verzoekers ongegrond verklaard, wat hen noopte tot hoger beroep.
De voorzitter oordeelde dat het beoogde gebruik van het terrein in strijd was met het bestemmingsplan "Noordeinde", maar dat het college op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling had verleend. De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De voorzitter weegt de belangen en concludeert dat er onvoldoende redenen zijn voor het treffen van een voorlopige voorziening, waardoor het verzoek werd afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd openbaar gedaan op 24 februari 2009, waarbij de voorzitter, mr. T.M.A. Claessens, en ambtenaar van Staat, mr. M.W.J. Sloots, aanwezig waren.