ECLI:NL:RVS:2009:BH4612

Raad van State

Datum uitspraak
25 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200900719/2/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • J.J. den Broeder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking documenten door Open Universiteit Nederland

Op 15 januari 2008 heeft het College van bestuur van de Open Universiteit Nederland (hierna: het college) de verzoeken van [verzoeker] om openbaarmaking van documenten ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk ingewilligd. [Verzoeker] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht heeft om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 19 februari 2009 behandeld. De zaak betreft de openbaarmaking van documenten met betrekking tot de benoemingen van [hoogleraar A] en [hoogleraar B]. De voorzitter heeft vastgesteld dat het college aanvullende informatie heeft verstrekt en dat [verzoeker] de gevraagde documenten heeft ontvangen. Hierdoor was er geen aanleiding om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzitter heeft besloten het verzoek af te wijzen en gelast dat de Open Universiteit Nederland het door [verzoeker] betaalde griffierecht vergoedt. De uitspraak is gedaan op 25 februari 2009.

Uitspraak

200900719/2/H3.
Datum uitspraak: 25 februari 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats]
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 januari 2009 in zaak nrs. 08/4667 en 08/4795 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
het College van bestuur van de Open Universiteit Nederland.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 januari 2008 heeft College van bestuur van de Open Universiteit Nederland (hierna: het college) de verzoeken van [verzoeker] van 18 december 2007 en 19 december 2007 om openbaarmaking van documenten ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk ingewilligd.
Bij besluit van 2 juni 2008 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en alsnog een aantal documenten overgelegd.
Bij uitspraak van 21 januari 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Gravenhage (hierna: de rechtbank) de door [verzoeker] daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard, het besluit van 2 juni 2008 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 januari 2009, hoger beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 januari 2009, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 19 februari 2009, waar [verzoeker], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. F.G.M. Sluijsmans en mr. J.J.F.A. Engels, juridisch medewerkers van het college, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Bij brief van 18 december 2007 heeft [verzoeker] in verband met de benoeming van [hoogleraar A] in 2006 tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht het college verzocht om openbaarmaking van de volgende gegevens:
1. de naam van de persoon die [hoogleraar A] als hoogleraar opvolgde;
2. een afschrift van het besluit tot het instellen van een benoemingsadviescommissie;
3. een afschrift van het benoemingsbesluit.
Bij brief van 19 december 2007 heeft [verzoeker] in verband met de benoeming van [hoogleraar B] in 2006 tot hoogleraar staats- en bestuursrecht het college verzocht om openbaarmaking van de volgende gegevens:
4. de naam van de persoon die [hoogleraar B] als hoogleraar opvolgde;
5. een afschrift van het besluit tot het instellen van een benoemingsadviescommissie;
6. een afschrift van het benoemingsbesluit;
7. een opgave van het bedrag dat [hoogleraar B] na zijn aantreden als hoogleraar maandelijks meer is gaan verdienen.
2.3. In het besluit op bezwaar heeft het college zich op het standpunt gesteld dat, nadat het bij brief van 29 mei 2008 aan [verzoeker] aanvullende informatie heeft verstrekt, aan de verzoeken van [verzoeker] van 18 december 2007 en 19 december 2007 geheel is voldaan.
2.4. [verzoeker] stelt dat hij de documenten, hierboven vermeld onder 2, 5 en 7, niet heeft ontvangen. Het college heeft medegedeeld dat het niet beschikt over specifieke besluiten tot instelling van de onderscheidenlijke benoemingsadviescommissies. Desgevraagd heeft het college ter zitting toegezegd binnen een week aan [verzoeker] te zullen toesturen: de relevante passages uit het structuurplan van de faculteit rechtswetenschappen met betrekking tot de (samenstelling van de) benoemingsadviescommissie hoogleraar staats- en bestuursrecht en de benoemingsadviescommissie hoogleraar straf- en strafprocesrecht, de hierop betrekking hebbende passages van de besluitenlijsten van de vergaderingen van het college van 31 mei 2005 en 18 oktober 2005 en een afschrift van een deels onleesbaar gemaakte salarisstrook van [hoogleraar B] ten tijde van zijn aan zijn hoogleraarschap voorafgaande functie als universitair hoofddocent waaruit zijn inschaling en salaris blijkt.
De voorzitter stelt vast dat [verzoeker] hiermee de beschikking krijgt over de hem verzochte documenten. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5. Onder de voormelde omstandigheden ziet de voorzitter aanleiding om de Open Universiteit Nederland te gelasten het door [verzoeker] voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht te vergoeden. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek af;
II. gelast dat de Open Universiteit Nederland aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 216,00 (zegge: tweehonderdzestien euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. den Broeder, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Den Broeder
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 februari 2009
187-512.