ECLI:NL:RVS:2009:BH5509
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.J. Hoekstra
- M.H. Broodman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake inrichtingsplan Enschede-Noord
Op 5 maart 2009 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot het inrichtingsplan "Enschede-Noord". Dit inrichtingsplan, vastgesteld door het college van gedeputeerde staten van Overijssel op 28 oktober 2008, heeft geleid tot bezwaren van een verzoeker wiens perceel grenst aan het aangewezen retentiegebied, het Kristalbad. De verzoeker vreesde dat de inwerkingtreding van het plan onomkeerbare gevolgen zou hebben voor zijn woon- en leefklimaat, zolang de uiteindelijke detaillering van het gebied nog niet definitief was.
Tijdens de zitting op 20 februari 2009, waar de verzoeker werd bijgestaan door mr. A. Vinkenborg en het college vertegenwoordigd was door mr. J. Regterschot, werd het verzoek besproken. De voorzitter oordeelde dat de mate van detaillering die vereist is voor de vormgeving van het gebied als retentiegebied een kwestie is die aan de orde komt bij de vaststelling van een bestemmingsplan. Het college verklaarde dat de waterbergende functie van het Kristalbad nog in verschillende bestemmingsplannen moet worden opgenomen en dat de feitelijke realisatie van het retentiegebied pas kan beginnen nadat deze plannen zijn vastgesteld, wat naar verwachting pas in 2010 zal gebeuren. Bovendien waren er nog onderhandelingen gaande over de aankoop van een deel van de benodigde gronden.
Gezien deze omstandigheden concludeerde de voorzitter dat er geen onverwijlde spoed was die een voorlopige voorziening vereiste. Daarom werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 maart 2009.