200803069/1.
Datum uitspraak: 11 maart 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Flokal b.v., gevestigd te Deursen-Dennenburg,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 14 maart 2008 in zaak nr. 07/1356 in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Flokal b.v.
het college van burgemeester en wethouders van Oss.
Bij besluit van 9 juni 2006, voor zover thans van belang, heeft het college van burgemeester en wethouders van Oss (hierna: het college) Flokal b.v. gelast het met het ter plaatse geldende bestemmingsplan strijdige gebruik van de gronden en opstallen op het perceel, plaatselijk bekend als Dorpenweg 27 te Deursen-Dennenburg (hierna: het perceel), binnen zes maanden na dagtekening van dit besluit te beëindigen, zulks onder aanzegging van een dwangsom van € 7.500,00 per week dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 75.000,00.
Bij besluit van 8 maart 2007, voor zover thans van belang, heeft het college het door Flokal b.v. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard, met dien verstande dat de begunstigingstermijn is verlengd tot 1 juni 2008.
Bij uitspraak van 14 maart 2008, verzonden op 18 maart 2008, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het door Flokal b.v. daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 8 maart 2007 vernietigd en bepaald dat het college een nieuw besluit op bezwaar dient te nemen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Flokal b.v. bij brief van 24 april 2008, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde datum, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Bij besluit van 29 september 2008 heeft het college het door Flokal b.v. gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard en het besluit van 9 juni 2006 opnieuw met verbetering van de motivering gehandhaafd, met dien verstande dat de begunstigingstermijn is verlengd tot 1 oktober 2009.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 januari 2009, waar Flokal b.v., vertegenwoordigd door mr. J.A.J. Dappers, advocaat te Ravenstein, en [directeur], en het college, vertegenwoordigd door mr. P.W.B. Verhoeven, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
Het onderzoek ter zitting is geschorst teneinde Flokal b.v. in de gelegenheid te stellen nadere stukken in te zenden, hetgeen zij bij brief van 23 januari 2009 heeft gedaan. Het college heeft bij brief van 3 februari 2009 een reactie op deze nadere stukken gegeven.
Met toestemming van partijen is een nadere zitting achterwege gelaten, waarna het onderzoek is gesloten.
2.1. Het geschil betreft uitsluitend de aan Flokal b.v. opgelegde last onder dwangsom met betrekking tot het gebruik van de gronden en de opstallen op het perceel voor ijkwerkzaamheden.
2.2. Vast staat dat het gebruik van de gronden en opstallen op het perceel door Flokal b.v. in strijd is met de bestemming "Agrarisch gebied (ongedifferentieerd)" die ingevolge het bestemmingsplan "Buitengebied Ravenstein 1999" (hierna: het bestemmingsplan) op het perceel rust.
2.3. Ingevolge artikel 6.3, eerste lid, van de voorschriften van het bestemmingsplan (hierna: de planvoorschriften) is het verboden de in het bestemmingsplan begrepen gronden te gebruiken, in gebruik te nemen of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze, die strijdig is met de bestemming.
Ingevolge artikel 6.4, onder B/C, eerste lid, van de planvoorschriften mag het gebruik van de grond, anders dan voor bebouwing, en het gebruik van opstallen, strijdig met het plan en dat bestaat op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen, worden gehandhaafd, tenzij het een gebruik betreft dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan en welk strijdig gebruik een aanvang heeft genomen nadat dit voorheen geldende bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
2.4. Flokal b.v. betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het overgangsrecht van toepassing is op het gebruik van het perceel en de opstallen voor ijkwerkzaamheden.
2.4.1. Dit betoog slaagt. Vast staat dat het in geding zijnde met de bestemming strijdige gebruik ook strijdig was met het voorheen geldende bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplannen in verband met toevoeging algemene gebruiksbepaling" (hierna: "Herziening") in samenhang bezien met het bestemmingsplan "Deursen-Dennenburg".
Bij het hoger beroepschrift zijn stukken overgelegd. Dit betreft een drietal rapporten van uitgevoerde ijkingen van 14 maart 1996, 6 augustus 1996 en 18 maart 1997, alsmede twee brieven van 9 november 1996 en 10 januari 1997 ten aanzien van eerder uitgevoerde opdrachten, gericht aan het bedrijf ten behoeve waarvan de rapporten van 14 maart 1996 en 6 augustus 1996 zijn opgemaakt. Op grond van deze stukken is aannemelijk dat de rechtsvoorganger van Flokal b.v., Advanced Material Resource, op de datum dat het bestemmingsplan "Herziening" rechtskracht heeft verkregen, te weten 17 oktober 1996, ijkwerkzaamheden verrichtte. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat uit deze stukken niet blijkt dat deze werkzaamheden op het perceel plaatsvonden. Blijkens de door Flokal b.v. bij brief van 23 januari 2009 toegezonden stukken had haar rechtsvoorganger op de peildatum echter uitsluitend een vestiging op het perceel. Aannemelijk is dan ook dat op 17 oktober 1996 reeds ijkwerkzaamheden op het perceel plaatsvonden. De rechtbank heeft niet onderkend dat de ijkwerkzaamheden op het perceel onder het overgangsrecht vallen en het college niet bevoegd was hiertegen handhavend op te treden.
2.5. Gelet hierop is het hoger beroep gegrond. Nu de beslissing van de rechtbank juist is, dient de uitspraak voor zover aangevallen, met verbetering van de gronden waarop zij rust, te worden bevestigd.
2.6. Bij het besluit van 29 september 2008 heeft het college, naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank, opnieuw beslist op het door Flokal b.v. gemaakte bezwaar. Aangezien bij dit nieuwe besluit niet aan het bezwaar van Flokal b.v. is tegemoetgekomen, wordt het hoger beroep, gelet op artikel 6:24, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), gelezen in samenhang met de artikelen 6:18, eerste lid, en 6:19, eerste lid, van die wet, geacht mede een beroep tegen dit besluit in te houden.
2.7. Het college heeft zich in het besluit van 29 september 2008 op het standpunt gesteld dat de ijkwerkzaamheden op het perceel niet onder het overgangsrecht vallen en dat het bevoegd was daartegen handhavend op te treden. Gelet op hetgeen hiervoor dienaangaande is overwogen is het beroep gegrond en dient het besluit van 29 september 2008 te worden vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. Het college dient opnieuw op de bezwaren te beslissen met inachtneming van deze uitspraak.
2.8. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. bevestigt de aangevallen uitspraak;
III. verklaart het beroep tegen het besluit van 8 maart 2007, kenmerk G85/239906, gegrond;
IV. vernietigt dat besluit;
V. veroordeelt het college tot vergoeding van bij Flokal b.v. in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro); het dient door de gemeente Oss aan Flokal b.v. onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
VI. gelast dat de gemeente Oss aan Flokal b.v. het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 433,00 (zegge: zevenhonderdachttien euro) voor de behandeling van het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R. van Heusden, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Van Heusden
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 maart 2009