ECLI:NL:RVS:2009:BH6300
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- T.M.A. Claessens
- M.A. Graaff-Haasnoot
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving tegen schoonheidssalon in Zundert
Op 10 maart 2009 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het college van burgemeester en wethouders van Zundert had op 13 maart 2007 een verzoek van [wederpartij sub 1] en [wederpartijen sub 2] om handhavend op te treden tegen een schoonheidssalon op het perceel [locatie] te [plaats] afgewezen. Dit besluit werd door de rechtbank Breda op 18 december 2008 vernietigd, waarna het college hoger beroep instelde. In afwachting van de uitspraak op het hoger beroep verzocht het college de voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen.
Tijdens de zitting op 26 februari 2009, waar het college vertegenwoordigd was door mr. B.A.M. Suijkerbuijk en [wederpartij] door mr. J. van Groningen, werd het verzoek behandeld. De voorzitter overwoog dat het verzoek om voorlopige voorziening geen verdere strekking had dan het bepalen dat het college in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de bestreden uitspraak van de rechtbank. De voorzitter achtte het niet aannemelijk dat de in hoger beroep bestreden uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven, en concludeerde dat het college geen nieuw besluit op bezwaar hoefde te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.
De voorzitter besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 maart 2009.