ECLI:NL:RVS:2009:BI0427
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- W. Konijnenbelt
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en hoger beroep inzake verwijdering van bouwwerken op perceel
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer op 26 maart 2007 een besluit genomen waarbij het [wederpartij] op straffe van bestuursdwang gelastte om een aantal bouwwerken, waaronder een kantoorgebouw, verhuisbak, loodsen en containers, te verwijderen van een perceel in [plaats]. Het college verklaarde het bezwaar van [wederpartij] ongegrond bij een ongedateerd besluit, verzonden op 11 september 2007. Hierop heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de rechtbank Haarlem, die op 14 april 2008 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van het college vernietigde, maar de rechtsgevolgen in stand liet. Het college heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 23 mei 2008 is ingekomen, met aanvullende gronden op 14 juli 2008. Tijdens de zitting op 5 februari 2009 was [wederpartij] vertegenwoordigd door mr. A.S. van Gaalen, advocaat te Schiphol-Rijk.
De Raad van State overwoog dat, hoewel de rechtbank het besluit van het college had vernietigd, de rechtsgevolgen in stand waren gebleven. Hierdoor had het college geen belang bij het hoger beroep, aangezien het enkel wenste te vernemen of de motivering van de rechtbank juist was. De Raad van State verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 8 april 2009.