ECLI:NL:RVS:2009:BI1874

Raad van State

Datum uitspraak
22 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200809026/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • P.F.W. Tuit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Keent 2008 vastgesteld door de raad van de gemeente Weert

Op 29 oktober 2008 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Keent 2008" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [appellante] op 16 december 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 14 april 2009, waar de raad vertegenwoordigd was door mr. M.J. Jans, ambtenaar van de gemeente.

[Appellante] is van mening dat haar drukkerij ten onrechte is wegbestemd in het bestemmingsplan, aangezien er onzekerheden bestaan over de verplaatsing van haar bedrijf. De raad heeft het pand St. Jozefslaan 108c aangekocht voor de ontwikkeling van een brede school, terwijl de drukkerij van [appellante] op dat moment huurder was van het pand. In het bestemmingsplan is de bestemming "Maatschappelijke doeleinden (M)" met de aanduiding "wonen toegestaan" toegekend aan het perceel.

De Afdeling bestuursrechtspraak overweegt dat de raad in dit geval een groter gewicht heeft kunnen hechten aan het algemeen belang van de komst van de brede school dan aan de belangen van [appellante]. De locatie is goed bereikbaar en centraal gelegen in het voedingsgebied van de school. Bovendien is het aannemelijk dat de drukkerij van [appellante] binnen de planperiode zal worden verplaatst, of dat er een adequate financiële tegemoetkoming zal worden verstrekt.

De conclusie is dat de argumenten van [appellante] geen aanleiding geven om te oordelen dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200809026/1/R3.
Datum uitspraak: 22 april 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Weert,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 29 oktober 2008 heeft de raad van de gemeente Weert (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Keent 2008" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 16 december 2008, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 april 2009, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. M.J. Jans, ambtenaar in dienst van de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. [appellante] kan zich niet verenigen met de bestemming "Maatschappelijke doeleinden (M)" voor het perceel St. Jozefslaan 108c.
[appellante] stelt dat haar drukkerij ten onrechte is wegbestemd. Het bedrijf had overeenkomstig het bestaande gebruik bestemd dienen te worden, nu nog onzekerheden bestaan met betrekking tot de verplaatsing van de drukkerij, aldus [appellante].
2.2. De raad heeft het pand St. Jozefslaan 108c aangekocht in verband met de ontwikkeling van een zogenoemde brede school op deze locatie. Ten tijde van de aankoop was de drukkerij van [appellante] huurder van het pand. In maart 2007 is een overeenkomst voor beëindiging van de huur gesloten. Tevens is een overeenkomst met betrekking tot de aankoop door [appellante] van een perceel aan de Nassaulaan gesloten.
In het plan heeft het perceel St. Jozefslaan 108c de bestemming "Maatschappelijke doeleinden (M)" met de aanduiding "wonen toegestaan" gekregen.
Ingevolge artikel 8.1., aanhef en onder a en b, van de planregels zijn de gronden die als zodanig zijn aangewezen bestemd voor:
a. maatschappelijke, culturele, educatieve, medische, sociale, levensbeschouwelijke en/of religieuze doeleinden met de daarbij behorende voorzieningen;
b. ter plaatse van de aanduiding "wonen toegestaan" is naast de doeleinden genoemd in sub a wonen toegestaan.
Niet in geschil is dat ter plaatse van de bestemming "Maatschappelijke doeleinden (M)" met de aanduiding "wonen toegestaan" de exploitatie van een drukkerij niet is toegestaan.
De raad heeft in dit geval een groter gewicht kunnen hechten aan het algemeen belang dat is gediend met de komst van de brede school dan aan de belangen van [appellante]. Daarbij betrekt de Afdeling dat de locatie goed bereikbaar is en centraal ligt in het voedingsgebied van de school, dat zich in het plangebied nog maar één school bevindt en dat de brede school ter vervanging van deze school wordt gebouwd.
Voorts is aannemelijk dat de drukkerij van [appellante] binnen de planperiode zal worden verplaatst, dan wel dat een adequate financiële tegemoetkoming zal worden verstrekt. In dit verband is van belang dat reeds een overeenkomst is gesloten met betrekking tot de aankoop van het perceel aan de Nassaulaan, alsmede met betrekking tot de schadeloosstelling van de drukkerij.
In de periode voorafgaand aan de verplaatsing van de drukkerij mag ingevolge artikel 22.2, eerste lid, van de planregels het gebruik van grond en bouwwerken aan de St. Jozefslaan 108c, dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, worden voortgezet. Overigens is blijkens de stukken bij privaatrechtelijke overeenkomst bepaald dat de notariële overdracht van de grond aan de Nassaulaan in beginsel plaatsvindt nadat de bouwvergunning onherroepelijk is geworden. Het gebruik van het verhuurde aan de St. Jozefslaan mag volgens de overeenkomst worden voortgezet tot het gereedkomen van de nieuwbouw aan de Nassaulaan, doch uiterlijk tot één jaar na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning voor de nieuwbouw aan de Nassaulaan.
2.3. De conclusie is dat hetgeen [appellante] heeft aangevoerd geen aanleiding geeft voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het beroep is ongegrond.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.F.W. Tuit, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren w.g. Tuit
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 april 2009
425.