ECLI:NL:RVS:2009:BI2937

Raad van State

Datum uitspraak
27 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200801853/2/R2 en 200804258/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M. Oosting
  • P.J.A.M. Broekman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van goedkeuring bestemmingsplan 'Circuit de Peel' door de Raad van State

In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 april 2009 uitspraak gedaan over de verzoeken om voorlopige voorzieningen van de stichting Stichting Milieufederatie Limburg en anderen tegen besluiten van het college van gedeputeerde staten van Limburg. Het college had op 12 februari 2008 goedkeuring verleend aan het bestemmingsplan 'Circuit de Peel', vastgesteld door de gemeenteraad van Venray op 30 oktober 2007. De Milieufederatie en anderen stelden dat deze goedkeuring onterecht was, omdat het plan in strijd zou zijn met de Wet geluidhinder. Ze voerden aan dat er onvoldoende bescherming was voor omwonenden tegen geluidshinder van het motorcrossterrein dat in het plan was opgenomen.

Tijdens de zitting op 16 april 2009 werd duidelijk dat er al een race-evenement had plaatsgevonden op het motorcrossterrein en dat er op korte termijn een ander evenement gepland stond. De voorzitter oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij de verzoeken van de Milieufederatie. De voorzitter stelde vast dat er een geluidszone moest worden vastgesteld voor het motorcrossterrein, maar dat de benodigde geluidswal nog niet was gerealiseerd. Dit leidde tot de conclusie dat de omwonenden niet voldoende beschermd waren tegen geluidshinder.

Daarom besloot de voorzitter om de goedkeuring van het bestemmingsplan te schorsen. Aangezien de partiële herziening van het bestemmingsplan ook was goedgekeurd, werd deze beslissing ook van kracht voor de partiële herziening. De provincie Limburg werd gelast om het griffierecht van € 576,00 aan de Milieufederatie en anderen te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 27 april 2009.

Uitspraak

200801853/2/R2 en 200804258/2/R2.
Datum uitspraak: 27 april 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op verzoeken om het treffen van voorlopige voorzieningen (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de stichting Stichting Milieufederatie Limburg, gevestigd te Roermond,
en andere,
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Limburg,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 februari 2008, kenmerk 2008/5136, heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Venray (hierna: de raad) bij besluit van 30 oktober 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Circuit de Peel" (hierna: het plan).
Tegen dit besluit hebben de stichting Stichting Milieufederatie Limburg en andere (hierna: de Milieufederatie en andere) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 april 2008, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 29 april 2008.
Bij besluit van 8 april 2008, kenmerk 2008/13160, heeft het college besloten over de goedkeuring van het door de raad bij besluit van 12 februari 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Voorschriften partiële herziening bestemmingsplan Circuit de Peel" (hierna: de partiële herziening).
Tegen dit besluit hebben de Milieufederatie en andere bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juni 2008, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de rechtbank Roermond ingekomen op 21 januari 2009, hebben de Milieufederatie en andere verzocht een voorlopige voorziening hangende beide beroepen te treffen. De rechtbank Roermond heeft deze brief doorgestuurd naar de Afdeling.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 16 april 2009, waar de Milieufederatie en andere, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door ing. J.J.G. Janssen, mr. D.R. Boer, ir. A.F.M. Dohmen en J.L.J. Martin, zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting [belanghebbende], vertegenwoordigd door mr. T. Brouwer en [gemachtigden], en het college van burgemeester en wethouders van Venray, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. Seelen, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedures.
2.2. Het plan voorziet in de aanleg van een motorcrossterrein ten zuiden van de Bakelsedijk. De partiële herziening voorziet in de wijziging van twee planvoorschriften van het plan. Het college heeft bij de bestreden besluiten het plan en de partiële herziening goedgekeurd.
2.3. De Milieufederatie en andere betogen dat het college ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plan en de partiële herziening. In dit verband voeren zij onder meer aan dat het plan in strijd is met de Wet geluidhinder.
2.4. Ter zitting is gebleken dat op het motorcrossterrein reeds een race-evenement heeft plaatsgevonden en dat op korte termijn een ander race-evenement is voorzien. In zoverre acht de voorzitter een spoedeisend belang aanwezig.
2.5. Niet in geschil is dat voor het motorcrossterrein ingevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder een geluidszone dient te worden vastgesteld, waarbuiten de in de Wet geluidhinder opgenomen grenswaarden niet mogen worden overschreden. Deze geluidszone is in het plan vastgelegd. Uit de in dit kader uitgevoerde akoestische onderzoeken en het verhandelde ter zitting is naar voren gekomen dat bij het bepalen van deze geluidszone rekening is gehouden met de aanwezigheid van een bijna dertien meter hoge geluidswal. Blijkens het verhandelde ter zitting is deze geluidswal echter nog niet gerealiseerd, terwijl het gebruik van het motorcrossterrein reeds is aangevangen. Gelet daarop is de voorzitter er niet van overtuigd dat de omwonenden voldoende worden beschermd voor de geluidhinder afkomstig van het motorcrossterrein. Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding om het besluit tot goedkeuring van het plan te schorsen.
2.6. Nu de partiële herziening voorziet in de wijziging van twee bouwvoorschriften van het plan, komt aan de goedkeuring van de partiële herziening geen betekenis meer toe en dient de goedkeuring van de partiële herziening hetzelfde lot te delen als de goedkeuring van het plan.
2.7. Gelet op het voorgaande dienen de verzoeken van de Milieufederatie en andere te worden ingewilligd.
2.8. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van het college van gedeputeerde staten van Limburg van 12 februari 2008, kenmerk 2008/5136 en 8 april 2008, kenmerk 2008/13160;
II. gelast dat de provincie Limburg aan de stichting Stichting Milieufederatie Limburg en andere het door hen voor de behandeling van de verzoeken betaalde griffierecht ten bedrage van € 576,00 (zegge: vijfhonderdzesenzeventig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting w.g. Broekman
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 april 2009
12-533.