ECLI:NL:RVS:2009:BI8422
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- J.J. den Broeder
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning exploitatie raambordelen door burgemeester Amsterdam
In deze zaak heeft de burgemeester van Amsterdam op 3 april 2008 geweigerd om aan [wederpartij] een vergunning te verlenen voor de exploitatie van raambordelen in de panden [locatie 1] en [locatie 2]. Dit besluit werd door de burgemeester op 11 augustus 2008 in stand gehouden, nadat [wederpartij] bezwaar had gemaakt. De rechtbank Amsterdam heeft op 3 april 2009 het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard, het besluit van de burgemeester vernietigd en bepaald dat de burgemeester een nieuw besluit op het bezwaar moest nemen. Hierop heeft de burgemeester hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 juni 2009 de zaak behandeld. De burgemeester was vertegenwoordigd door mr. M.F.W. Boermans, terwijl [wederpartij] werd bijgestaan door mr. D. op de Hoek, advocaat te Amsterdam. De burgemeester verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen uitvoering hoefde te geven aan de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De voorzitter overwoog dat de eerdere uitspraak de burgemeester weinig ruimte liet om een ander besluit te nemen dan het verlenen van de gevraagde vergunningen. Gezien de omstandigheden, waaronder het vermoeden dat de bordelen niet door [wederpartij] zouden worden geëxploiteerd, maar door de eigenaren van de panden, besloot de voorzitter om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. Dit hield in dat de burgemeester geen nieuw besluit op bezwaar hoefde te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 10 juni 2009.