Uitspraak
200704545/1heeft geoordeeld dat de rechtbank tot het juiste oordeel is gekomen dat [appellante] haar bezwaarschrift te laat heeft ingediend, vormt geen grond voor vernietiging van het besluit van het CBR van 14 maart 2008. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 21 juni 2006 in zaak nr.
200600367/1) zijn de wettelijke beslistermijnen, neergelegd in artikel 7:10 van de Awb, geen fatale termijnen, maar termijnen van orde. Overschrijding daarvan betekent dan ook niet dat het besluit op bezwaar op die grond voor vernietiging in aanmerking komt. Er valt immers geen wettelijk voorschrift aan te wijzen dat bepaalt dat in zo een geval het desbetreffende besluit niet in stand kan blijven. [appellante] is door het langer uitblijven van de beslissing op bezwaar ook niet zodanig in haar belang getroffen dat het besluit om die reden wegens strijd met enige geschreven of ongeschreven rechtsregel dan wel enig rechtsbeginsel niet in stand kan blijven. De rechtbank heeft derhalve met juistheid geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet maakt dat het CBR niet meer bevoegd was tot het nemen van een besluit op bezwaar.