ECLI:NL:RVS:2009:BI8430

Raad van State

Datum uitspraak
11 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200901093/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • S. Bechinka
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring bestemmingsplan Dieren-Zuid door college van gedeputeerde staten van Gelderland

Op 11 juni 2009 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de goedkeuring van het bestemmingsplan "Dieren-Zuid" door het college van gedeputeerde staten van Gelderland. Het college had op 12 december 2008 besloten om goedkeuring te verlenen aan het bestemmingsplan dat door de raad van de gemeente Rheden was vastgesteld op 27 mei 2008. De verzoeker, die zijn beroep had ingesteld op 11 februari 2009, verzocht de voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij zich richtte tegen de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Wonen" en de aanduiding "zone bijgebouwen" op zijn perceel.

Tijdens de zitting op 28 mei 2009, waar de verzoeker en zijn vertegenwoordiger J.W.F. Pieper aanwezig waren, werd het college vertegenwoordigd door mr. A. Pol. De raad van de gemeente Rheden was vertegenwoordigd door mr. R.P. Smeltink en drs. C. ter Braak. De voorzitter overwoog dat het verzoek om schorsing van de goedkeuring van het plandeel niet zou leiden tot de gewenste opname van de aanduiding "bouwvlak". De voorzitter concludeerde dat de gevraagde voorlopige voorziening te verstrekkend zou zijn, aangezien de uitspraak in de bodemprocedure niet zou garanderen dat de aanduiding "bouwvlak" zou worden opgenomen.

Daarom werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzitter benadrukte dat het oordeel voorlopig was en niet bindend in de bodemprocedure. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 juni 2009, waarbij de voorzitter mr. P.J.J. van Buuren en ambtenaar van Staat mr. S. Bechinka aanwezig waren.

Uitspraak

200901093/2/R2.
Datum uitspraak: 11 juni 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 december 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Rheden (hierna: de raad) bij besluit van 27 mei 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Dieren-Zuid".
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 februari 2009, beroep ingesteld. [verzoeker] heeft zijn beroep aangevuld bij brieven van 23 en 24 februari 2009.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 mei 2009, waar [verzoeker], in persoon en bijgestaan door J.W.F. Pieper, en het college, vertegenwoordigd door mr. A. Pol, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen. Voorts is daar de raad, vertegenwoordigd door mr. R.P. Smeltink en drs. C. ter Braak, beiden ambtenaar in dienst van de gemeente, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. [verzoeker] richt zich tegen de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Wonen" en de aanduiding "zone bijgebouwen" ter plaatse van het perceel [locatie] (hierna: het plandeel).
Uit de aanvulling op het beroepschrift en het verhandelde ter zitting volgt dat [verzoeker] met zijn verzoek beoogt dat ter plaatse van het perceel [locatie] de aanduiding "bouwvlak" wordt opgenomen in plaats van de aanduiding "zone bijgebouwen". [verzoeker] gaat ervan uit dat daarmee bewoning van zijn pand aan de [locatie] dan wel het aanbieden van bed-and-breakfast in dat pand mogelijk wordt. Het pand [locatie] is blijkens de stukken vergund als garage/berging.
2.3. [verzoeker] is niet gebaat bij schorsing van de goedkeuring van het plandeel aangezien daarmee niet wordt voorzien in de opname van de aanduiding "bouwvlak". Een voorlopige voorziening die daar wel in zou voorzien, acht de voorzitter te verstrekkend, aangezien ook met de uitspraak van de Afdeling in de bodemprocedure op zich het door [verzoeker] verzochte niet kan worden bewerkstelligd. Die uitspraak zou kunnen strekken tot onthouding van goedkeuring aan het plandeel, doch daarmee zou de opname van de aanduiding "bouwvlak" ter plaatse van het perceel [locatie] nog niet zijn verzekerd.
2.4. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren w.g. Bechinka
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 juni 2009
371-583.