ECLI:NL:RVS:2009:BI9665
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening voor SGLVG-verblijfplaatsen voor verstandelijk gehandicapten
In deze zaak hebben de verzoeksters, waaronder de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om toelating voor de realisatie van SGLVG-verblijfplaatsen voor verstandelijk gehandicapten, of om uitbreiding van de capaciteit van deze plaatsen per 1 januari 2009. De verzoeksters hebben bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een besluit op hun verzoek. Op 12 mei 2009 hebben zij de voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De behandeling van het verzoek vond plaats op 4 juni 2009, waarbij de verzoeksters vertegenwoordigd waren door hun advocaat, mr. J.G. Sijmons, en de minister door mr. A.B. van Rijn.
De voorzitter heeft overwogen dat de verzoeken van enkele verzoeksters moesten worden afgewezen omdat niet was gebleken dat zij een aanvraag hadden ingediend. Voor de overige verzoeken, die betrekking hadden op het alsnog beslissen door de minister op de ingediende aanvragen, heeft de minister tijdens de zitting aangegeven dat hij voor 1 augustus 2009 op alle aanvragen zou beslissen. Hierdoor hadden de verzoeksters geen belang meer bij hun verzoek om voorlopige voorziening, wat leidde tot afwijzing van deze verzoeken.
De voorzitter heeft echter geoordeeld dat de minister, gezien het uitblijven van een tijdige beslissing op de aanvragen, in de proceskosten moest worden veroordeeld. De minister werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 322,00, en de Staat der Nederlanden werd gelast om de door de verzoeksters betaalde griffierechten te vergoeden, met uitzondering van enkele verzoeksters die geen aanvraag hadden ingediend. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 juni 2009.