ECLI:NL:RVS:2009:BJ3395
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- A.M.L. Hanrath
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor praktijkruimte fysiotherapie in Ouder-Amstel
Op 16 juli 2009 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het betreft een bouwvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel is verleend aan [vergunninghouder] voor het vergroten van een praktijkruimte voor fysiotherapie. De vergunning werd verleend op basis van besluiten van 16 oktober en 27 november 2007. [verzoeker] heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, dat door het college op 10 december 2008 ongegrond werd verklaard. Hierop heeft [verzoeker] beroep ingesteld bij de rechtbank Amsterdam, die op 4 juni 2009 het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dat [vergunninghouder] op korte termijn met de uitvoering van het bouwplan zou beginnen, wat zou leiden tot een onomkeerbare situatie.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 9 juli 2009 behandeld. Tijdens de zitting waren [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. drs. M.L.M. Frantzen, en het college, vertegenwoordigd door mr. A.C.J. van Gils, aanwezig. Ook [vergunninghouder] was vertegenwoordigd door mr. drs. S.A.B. Boer. De voorzitter heeft overwogen dat de rechtbank in eerste aanleg het bouwplan terecht als een geringe inbreuk op het planologische regime heeft aangemerkt en dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven. De belangen van [vergunninghouder] bij het benutten van de verleende bouwvergunning wegen zwaarder dan de belangen van [verzoeker].
Daarom heeft de voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 juli 2009.