ECLI:NL:RVS:2009:BJ4105

Raad van State

Datum uitspraak
29 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200806764/1/M1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • H.G. Sevenster
  • Th.C. van Sloten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland inzake veranderingsvergunning Wet milieubeheer

Op 15 juli 2008 verleende het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een veranderingsvergunning aan de vergunninghoudster, waarbij de voorschriften van eerder verleende vergunningen werden gewijzigd en gedeeltelijk ingetrokken. Dit besluit werd op 25 juli 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te [woonplaats], op 2 september 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State. De gronden van het beroep zijn later aangevuld op 2 oktober 2008. Het college van gedeputeerde staten heeft een verweerschrift ingediend en de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft een deskundigenbericht uitgebracht. De zaak werd op 29 juni 2009 ter zitting behandeld, waar de appellant, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college van gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door mr. L.E.A.M. Grapperhaus en M.R. Geerse, aanwezig waren. Ook de vergunninghoudster en het college van burgemeester en wethouders van Wieringermeer waren ter zitting vertegenwoordigd.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat het beroepschrift van de appellant en anderen, die deel uitmaken van de actiegroep Middenmeer Tegen Straling, alleen door de appellant was ingediend. De gemachtigde van de appellant gaf aan dat het beroepschrift zo moest worden gelezen. De Raad van State overwoog dat, volgens artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende die redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht. De gedingstukken toonden aan dat de appellant geen zienswijzen over het ontwerpbesluit had ingediend. De gemachtigde kon niet aannemelijk maken dat de appellant dit niet had kunnen doen. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 29 juli 2009.

Uitspraak

200806764/1/M1
Datum uitspraak: 29 juli 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 juli 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college van gedeputeerde staten) aan de [vergunninghoudster] een veranderingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer en met toepassing van de artikelen 8.23 en 8.26, van de Wet milieubeheer de voorschriften van eerder verleende vergunningen gewijzigd en eerder verleende vergunningen gedeeltelijk ingetrokken. Dit besluit is op 25 juli 2008 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 september 2008, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 2 oktober 2008.
Het college van gedeputeerde staten heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 juni 2009, waar [appellant] , vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college van gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door mr. L.E.A.M. Grapperhaus en M.R. Geerse, beiden werkzaam bij de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting [vergunninghoudster], vertegenwoordigd door N. Quaedvlieg, en het college van burgemeester en wethouders van Wieringermeer, vertegenwoordigd door T.S.J. Talsma, werkzaam bij de gemeente, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het door [gemachtigde] ingediende beroepschrift vermeldt dat [appellant] en anderen (actiegroep Middenmeer Tegen Straling) beroep instellen. Nadat om een machtiging voor het instellen van het beroep is gevraagd, is alleen een machtiging van [appellant] ingekomen. Ter zitting heeft [gemachtigde] medegedeeld dat het beroepschrift aldus moet worden gelezen dat alleen [appellant] beroep heeft ingesteld tegen het besluit van 15 juli 2008.
2.2. Ingevolge artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover hier van belang, kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren heeft gebracht.
2.3. Uit de gedingstukken blijkt niet dat [appellant] zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren heeft gebracht. Daartoe ter zitting in de gelegenheid gesteld heeft [gemachtigde] niet aannemelijk gemaakt, dat [appellant] een zienswijze naar voren heeft gebracht. Niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan [appellant] het niet indienen van een zienswijze redelijkerwijs niet kan worden verweten.
2.4. Het beroep is gelet hierop niet-ontvankelijk.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. Th.C. van Sloten, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Melse
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2009
191-489.