ECLI:NL:RVS:2009:BJ4105
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H. van Kreveld
- H.G. Sevenster
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland inzake veranderingsvergunning Wet milieubeheer
Op 15 juli 2008 verleende het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een veranderingsvergunning aan de vergunninghoudster, waarbij de voorschriften van eerder verleende vergunningen werden gewijzigd en gedeeltelijk ingetrokken. Dit besluit werd op 25 juli 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te [woonplaats], op 2 september 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State. De gronden van het beroep zijn later aangevuld op 2 oktober 2008. Het college van gedeputeerde staten heeft een verweerschrift ingediend en de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft een deskundigenbericht uitgebracht. De zaak werd op 29 juni 2009 ter zitting behandeld, waar de appellant, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college van gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door mr. L.E.A.M. Grapperhaus en M.R. Geerse, aanwezig waren. Ook de vergunninghoudster en het college van burgemeester en wethouders van Wieringermeer waren ter zitting vertegenwoordigd.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat het beroepschrift van de appellant en anderen, die deel uitmaken van de actiegroep Middenmeer Tegen Straling, alleen door de appellant was ingediend. De gemachtigde van de appellant gaf aan dat het beroepschrift zo moest worden gelezen. De Raad van State overwoog dat, volgens artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende die redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht. De gedingstukken toonden aan dat de appellant geen zienswijzen over het ontwerpbesluit had ingediend. De gemachtigde kon niet aannemelijk maken dat de appellant dit niet had kunnen doen. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 29 juli 2009.