ECLI:NL:RVS:2009:BJ4586
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake aansprakelijkheid voertuig door Dienst Wegverkeer
In deze zaak heeft de Raad van State op 29 juli 2009 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het hoger beroep van de Dienst Wegverkeer (RDW) tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht. De rechtbank had op 23 juni 2009 geoordeeld dat de RDW niet bevoegd was om de aansprakelijkheid van de wederpartij voor een voertuig te herstellen, omdat er geen wettelijke basis voor dit besluit was. De RDW had eerder, op 25 februari 2008, besloten dat de wederpartij weer aansprakelijk was voor het voertuig, dat als gestolen was aangemerkt, nadat het door de politie was teruggevonden. De RDW verzocht de voorzitter van de Raad van State om de uitspraak van de rechtbank te schorsen, omdat zij een wijziging in het kentekenregister ongewenst achtte, gezien de mogelijkheid dat deze wijziging later weer ongedaan gemaakt moest worden.
De voorzitter, D.A.C. Slump, heeft het verzoek behandeld op 16 juli 2009. Tijdens de zitting waren zowel de RDW, vertegenwoordigd door mr. C. van der Berg, als de wederpartij, vertegenwoordigd door mr. P.J.M. Bongaarts, aanwezig. De voorzitter concludeerde dat hij geen duidelijkheid kon verschaffen over de bevoegdheid van de RDW, aangezien zijn oordeel voorlopig en niet bindend was. Bovendien was het verzoek om een voorlopige voorziening niet spoedeisend genoeg, omdat het voertuig inmiddels was gesloopt en de registratie slechts een beperkte periode betrof. Daarom werd het verzoek afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een wettelijke basis voor besluiten van de RDW en de beperkingen van de voorlopige voorzieningprocedure in het bestuursrecht.