ECLI:NL:RVS:2009:BJ4602
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake aansprakelijkheid motorfietsen door de Dienst Wegverkeer
In deze zaak heeft de directie van de Dienst Wegverkeer (RDW) bij besluiten van 7 en 28 april 2008 bepaald dat [wederpartij] weer aansprakelijk is voor zijn motorfietsen met de kentekens [kenteken A], [kenteken B] en [kenteken C]. De RDW heeft deze besluiten later verdedigd, maar de rechtbank Maastricht heeft op 23 juni 2009 geoordeeld dat de RDW niet bevoegd was om deze besluiten te nemen, omdat er geen wettelijke basis voor was. De RDW heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om de uitspraak van de rechtbank te schorsen, omdat zij vreesde voor onduidelijkheid in het kentekenregister.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 16 juli 2009 behandeld. De RDW stelde dat het belang van een zuivere registratie in het kentekenregister op het spel stond en dat er een spoedeisend belang was bij het verkrijgen van duidelijkheid over haar bevoegdheid. De voorzitter heeft echter vastgesteld dat hij geen bindende uitspraak kon doen over de bevoegdheid van de RDW in deze voorlopige voorzieningenprocedure. Bovendien was het verzoek van de RDW niet voldoende onderbouwd om een spoedeisend belang aan te tonen, vooral omdat de motorfietsen met de kentekens [kenteken B] en [kenteken C] inmiddels weer in het bezit van [wederpartij] waren.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek van de RDW afgewezen, met de overweging dat er geen zwaarwichtige redenen waren om de registratie van de motorfiets met kenteken [kenteken A] op naam van [wederpartij] te stellen, aangezien deze motorfiets in beslag was genomen door de Belgische Justitie. De beslissing werd op 30 juli 2009 openbaar uitgesproken, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.