ECLI:NL:RVS:2009:BJ6045
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- D.A.B. Montagne
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bouwvergunning voor heemschuur in Oploo
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 augustus 2009 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door een verzoeker die woont in de gemeente Sint Anthonis, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 9 juli 2009. De zaak betreft een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis, dat op 26 februari 2008 vrijstelling van het bestemmingsplan en een bouwvergunning heeft verleend aan de Heemkundevereniging De Heerlyckheit Plo voor het oprichten van een heemschuur op een perceel aan de Watermolenstraat te Oploo. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar op 17 november 2008 ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft het beroep van de verzoeker op 9 juli 2009 eveneens ongegrond verklaard.
De verzoeker heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreest dat de bouw van de heemschuur onomkeerbare gevolgen zal hebben voor zijn onderneming. Tijdens de zitting op 13 augustus 2009 heeft de voorzitter het verzoek behandeld. De verzoeker stelde dat hij door de bouw van de heemschuur in zijn bedrijfsvoering wordt belemmerd, maar de voorzitter oordeelde dat hij onvoldoende spoedeisend belang had aangetoond. De voorzitter concludeerde dat de verzoeker momenteel geen nadelige gevolgen ondervindt van de bouwwerkzaamheden en geen concrete plannen heeft voor uitbreiding van zijn onderneming.
De voorzitter oordeelde verder dat, mocht in een later stadium blijken dat de vergunning ten onrechte is verleend, de bouwwerkzaamheden ongedaan gemaakt kunnen worden. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 augustus 2009.