ECLI:NL:RVS:2009:BJ7163

Raad van State

Datum uitspraak
9 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200809373/1/H2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • J.H. Roelfsema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen terugvordering huurtoeslag door de Belastingdienst

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, waarbij een bedrag van € 1.913,00 aan huurtoeslag over het jaar 2006 werd teruggevorderd. De Belastingdienst had op 21 juni 2007 besloten om dit bedrag terug te vorderen, omdat [appellante] te veel huurtoeslag had ontvangen. Dit besluit werd door de Belastingdienst in een later besluit van 11 december 2007 ongegrond verklaard, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank Arnhem. De rechtbank verklaarde het beroep op 14 november 2008 ongegrond, waarna [appellante] hoger beroep instelde bij de Raad van State.

Tijdens de zitting op 25 augustus 2009 werd de zaak behandeld, waarbij [appellante] in persoon aanwezig was en de Belastingdienst vertegenwoordigd werd door mr. B.A. van Eck. De Raad van State overwoog dat de Belastingdienst, op basis van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, bevoegd was om het voorschot te herzien en dat dit kon leiden tot een terugvordering. [appellante] had niet aannemelijk gemaakt dat de Belastingdienst onzorgvuldig had gehandeld of dat de huurtoeslag onjuist was berekend. De rechtbank had terecht het beroep ongegrond verklaard.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 9 september 2009.

Uitspraak

200809373/1/H2.
Datum uitspraak: 9 september 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 14 november 2008 in de zaken met de nrs. 07/4160 en 08/1030 in het geding tussen:
[appellante]
en
de Belastingdienst/Toeslagen.
1. Procesverloop
Bij besluit van 21 juni 2007 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: de Belastingdienst) van [appellante] een bedrag van € 1.913,00 aan huurtoeslag betreffende het jaar 2006 teruggevorderd.
Bij besluit van 11 december 2007 heeft de Belastingdienst het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 14 november 2008, verzonden op dezelfde datum, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank) het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State per fax ingekomen op 24 december 2008, hoger beroep ingesteld.
De Belastingdienst heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 augustus 2009, waar [appellante], in persoon, en de Belastingdienst, vertegenwoordigd door mr. B.A. van Eck, werkzaam bij de Belastingdienst, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 16, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen verleent de Belastingdienst/Toeslagen, indien de tegemoetkoming naar verwachting niet binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag zal worden toegekend, de belanghebbende een voorschot tot het bedrag waarop de tegemoetkoming vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Ingevolge het vierde lid kan de Belastingdienst het voorschot herzien.
Ingevolge het vijfde lid kan een herziening van het voorschot leiden tot een terug te vorderen bedrag.
2.2. Bij besluit van 14 maart 2006 is aan [appellante] bij wijze van voorschot een bedrag van € 1.924,00 toegekend. Bij besluit van 15 mei 2006 heeft de Belastingdienst het toegekende voorschot gewijzigd en een voorschot huurtoeslag voor 2006 van € 3.846,00 toegekend. Bij besluit van 30 mei 2007 heeft de Belastingdienst het toegekende voorschot nogmaals gewijzigd en een voorschot van € 1.933,00 toegekend. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 21 juni 2007 is van [appellante] een bedrag van € 1.913,00 aan te veel ontvangen huurtoeslag teruggevorderd.
2.3. [appellante] verwijt de Belastingdienst in deze procedure onzorgvuldig handelen. Ook indien daarvan sprake zou zijn, kan dit niet leiden tot gegrondverklaring van het door haar ingestelde hoger beroep. Daartoe is van belang dat [appellante] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Belastingdienst de huurtoeslag waarop zij voor het jaar 2006 recht heeft op onjuiste wijze heeft berekend. Geen feiten zijn gesteld op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de Belastingdienst het teveel betaalde niet in redelijkheid van [appellante] kon terugvorderen. De rechtbank heeft het door [appellante] tegen het besluit van 11 december 2007 ingestelde beroep mitsdien terecht ongegrond verklaard.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Roelfsema
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 september 2009
58-621.