Uitspraak
200809375/1, behandeld op 1 september 2009, waar het college, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Els, ambtenaar in dienst van de gemeente, is verschenen.
Raad van State
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode, dat op 11 juni 2008 een einde heeft gelast aan de gesplitste bewoning van een pand in Sint-Oedenrode. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch had eerder, op 6 november 2008, het beroep van de wederpartij ongegrond verklaard. De appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar de Raad van State heeft ambtshalve onderzocht of de appellant belang heeft bij het hoger beroep.
De Raad van State concludeert dat de appellant geen belang heeft bij het hoger beroep, omdat niet is gebleken dat hij door een gegrondverklaring van het hoger beroep in een gunstigere positie kan komen. De appellant heeft bovendien niet gesteld dat hij schade heeft geleden door het besluit van 11 juni 2008.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 9 september 2009. De zaak is behandeld door een enkelvoudige kamer, waarbij de leden R.W.L. Loeb en A.M.L. Hanrath aanwezig waren.