ECLI:NL:RVS:2009:BJ8295
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- H.J.J. Kalter
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in verband met hogere waarden geluidhinder voor bestemmingsplan Braassermerland
Op 23 september 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkemade, thans het college van burgemeester en wethouders Kaag en Braassem, hogere waarden vastgesteld op basis van artikel 110a van de Wet geluidhinder. Dit besluit betreft de ontwikkeling van het bestemmingsplan voor Braassermerland en is op 18 juni 2009 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft verzoeker, die op 29 juli 2009 een beroep heeft ingesteld, verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 10 september 2009 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door M. Dammers en S.W.J. Hoorn, en het college vertegenwoordigd was door mr. H.J.M. Winkelhuijzen en ing. A.T.W. Beerens.
De voorzitter oordeelt dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen. Verzoeker stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening vanwege de onrechtmatigheid van het bestreden besluit. Hij wijst erop dat essentiële stukken niet ter inzage zijn gelegd en dat de akoestische onderzoeken gebreken vertonen, wat leidt tot een onjuiste vaststelling van de geluidbelasting van de nieuw aan te leggen hoofdontsluitingsweg. Het college heeft echter aangegeven dat de aanleg van de weg pas in het vierde kwartaal van 2010 of het eerste kwartaal van 2011 zal beginnen, waardoor de voorzitter van oordeel is dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft.
De voorzitter concludeert dat de enkele stelling van verzoeker over de onrechtmatigheid van het besluit onvoldoende is om een spoedeisend belang aan te nemen. Daarom wordt het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 18 september 2009.