ECLI:NL:RVS:2009:BJ8297
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- H.J.J. Kalter
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake maatwerkvoorschrift voor geluidniveaus in discotheek Club Onz te IJsselstein
Op 15 juli 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein een maatwerkvoorschrift vastgesteld voor de inrichting Club Onz, gelegen aan de Voorstraat 14-20 te IJsselstein, op basis van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Barim). Dit voorschrift bepaalt dat het maximale toegestane muziekgeluidniveau binnen de inrichting niet meer dan 96 dB(A), 91 dB(A) en 87 dB(A) mag bedragen gedurende respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Club Onz heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening is dat het college ten onrechte geen bedrijfsduurcorrectie heeft toegepast en dat de gestelde geluidgrenswaarden te laag zijn voor het functioneren van een discotheek.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 10 september 2009 behandeld. Club Onz, vertegenwoordigd door F.J. Cohen, en het college, vertegenwoordigd door A.I.H. Nurmohamed, waren aanwezig. Club Onz betoogde dat het college geen rekening heeft gehouden met de isolerende maatregelen die in de inrichting zijn getroffen, en dat deze maatregelen hogere binnenwaarden mogelijk maken. Het college heeft het maatwerkvoorschrift gebaseerd op een akoestisch rapport uit 2005, maar heeft nagelaten te onderzoeken of dit rapport nog representatief was voor de huidige situatie.
De voorzitter oordeelde dat het college het bestreden besluit niet zorgvuldig had voorbereid, omdat het niet had onderzocht of het akoestisch rapport nog actueel was. Daarom werd besloten om het besluit van het college te schorsen bij wijze van voorlopige voorziening, tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd het college gelast om het griffierecht van € 297,00 aan Club Onz te vergoeden. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 september 2009.