ECLI:NL:RVS:2009:BK1333
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J.J. den Broeder
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake drank- en horecavergunningen voor horecaondernemingen in Eindhoven
Op 2 februari 2009 hebben het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven en de burgemeester van Eindhoven afwijzend beslist op aanvragen om drank- en horecavergunningen van een café, een shoarma-pizzeria en een lunchroom-restaurant, ingediend door de vennoten [vennoot A] en [vennoot B]. Tegen deze besluiten hebben de vennoten beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 31 juli 2009 de beroepen gegrond verklaarde en de besluiten vernietigde. De rechtbank bepaalde dat het college en de burgemeester de vennoten moesten behandelen alsof zij in het bezit waren van de aangevraagde vergunningen, met een vervaldatum van zes weken na bekendmaking van nieuwe besluiten.
In het hoger beroep dat het college en de burgemeester bij de Raad van State hebben ingesteld, verzochten zij de voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek werd behandeld op 8 oktober 2009, waar de vertegenwoordigers van het college en de burgemeester, alsook de vennoten, aanwezig waren. De vennoten gaven aan geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van het college en de burgemeester om geen nieuwe besluiten te nemen op de vergunningaanvragen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat het college en de burgemeester geen nieuwe besluiten hoeven te nemen op de vergunningaanvragen totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 21 oktober 2009.